De superheld ijsbeert door de ellenlange gangen van zijn schuilhol, tobbend over zijn aartsrivaal die hij voor de zoveelste maal moet verslaan.
' Die man zal nog eens mijn dood worden,' mompelt hij tegen een publiek dat niet zo imaginair is als het lijkt, ' Al duizend maal heb ik die snoodaard te grazen genomen. Of hij nu verpulverd wordt door rotsen, gesmolten in lava of tergend langzaam verzwolgen door een tandenloze draak... Hij blijft maar herrijzen!'
De held zucht en gaat voor de spiegel staan. Zou hij zijn outfit nog eens strijken, in de hoop de tijd te rekken? Of wandelt hij gewoon naar buiten om het onoverwinnelijke nogmaals te bestrijden?
Hij denkt even na en besluit:
eerst nog een koffie.