' Dus ik zeg: zeg het ies, zeg ik,
waarop zij zegt dat ze het al gezegd heeft en ik zeg, zeg het anders nog ies. Ik zeg niks meer, zegt ze, dus ik zeg: komaan zeg, zeg ik, allez ja, ik bedoel maar,
ge weet wel wat ik bedoel en dan zegt ze: owei zeg, zegt ze en ik zeg; maar allez zeg,
zeg ik en toen wist ze niet meer wat te zeggen en zei ze niks meer,'
zegt ze.
' Sterk.'