Het leven is vermoeiend, zeker als je niks te doen hebt. Ik klaarde dan ook helemaal op toen ik enkele maanden geleden een job vond als huis-aan-huis-bezorger van gekookte eieren. Een gat in de markt, want geef toe: wie een gekookt ei wil eten, moet daar veel te veel moeite voor doen. Eerst moet men het ei gaan rapen, kopen of stelen, daarna koken, pellen en zouten en dat terwijl alles in twee happen verorberd is. Deze nieuwe tak is dan ook perfect afgesteld op de vlugsnelhalsoverkopdwarsdoorallesheenmaatschappij (nu in deze tekst, morgen in de nieuwe Van Dale), al voldoen niet al mijn klanten aan dit profiel.
Inteelt en Zuskind bijvoorbeeld, een bejaard koppel dat zijn dagen slijt met zonnebloempitten pellen en draaitollen beitelen. Een florerend handeltje volgens henzelf, ook al liggen hun zaakjes torenhoog te beschimmelen. Maar anders zijn het geen misse mensen, los van het feit dat ze wel eens een kind mishandelen en een chiwawa hebben die Hitler heet, al kunnen ze daar – meer dan honderd jaar oud als ze zijn – niks aan doen. Zo bleek vorige week, toen ik mijn nieuwsgierigheid niet langer kon bedwingen en vroeg waarom ze het diertje zo genoemd hadden.
‘ Omdat Hitler economische welvaart wil bezorgen aan het Duitse volk,’ reutelde Inteelt.
‘ Welvaart? Wil? Duitse? Omdat? Wanneer hebben jullie laatst een krant gelezen?’
‘ Ik hebben een banalfabeet, maar ik ving het relatief onlangs op in café/coiffeur/wratsmelterij Den Dollen Osch’
Er viel een korte stilte, waarop Zuskind schoorvoetend zei: ‘ Goed dat je over Hitler begint, want ik wil je eigenlijk iets vragen. We gaan volgende week op reis naar Moerbeke en we zoeken iemand om op ons hondje te passen. Gezien jij de enige bent die geregeld op ons deurtje klopt, ons hartje verwarmt en zachtaardig genoeg is om Hitler driedagelijks te pijpen, vroegen we ons af of jij op hem wil passen.’
‘ Daar moet ik even over nadenken,’ stamelde ik, ‘ Het is namelijk zo dat ik enkel giraffen pijp, op voorwaarde dat zij mij pijpen, natuurlijk. Deep throat zoals dat heet. Met andere woorden: nee.’
‘ Mooi zo!’, riep Inteelt enthousiast, ‘ Jij en Hitler worden ongetwijfeld doltoffe speelvriendjes. Hier zijn z’n spulletjes.’
Hij propte me een reiskoffer, een sportzak en een gettoblaster in de handen, waarna hij het hondje over mijn schouder drapeerde. Een duw in de rug en daar stond ik, voor een dichtgeslagen deur, waar nog enkele vluchtige bevelen doorheen galmden: ‘ Niet voederen na middernacht! Enkel vroege Madonna draaien en nooit achterstevoren! En als hij Hebreeuws begint te murmelen, overgieten met wijwater en maagdentranen!’
‘ Waar kan ik dat kopen?’
Inteelt schoof een briefje onder de deur. Ik raapte het op en las: ‘ Jan With The Pet – zeer speciaalzaak voor dieren. Louis Paul Boonlaan 69, 2840 Reet.’
Daar moest ik het mee doen, dus ging ik naar huis om mijn koffers af te werpen, waarna ik met Hitler naar Reet vertrok.
Onze queeste verliep echter niet zo vlot, als ik gehoopt had. Zo kregen we af te rekenen met drie jumpgnomen, zeven tecktonicktrollen, de boze treinconducteur, zeven geitjes, drie biggetjes en diverse sirenengezangen van de machtige Mobilius. Had ik de vleesetende spurtplanten al vernoemd? Nee? Goed zo, want die waren er namelijk niet. Maar soit, al dit vreeswekkends woog amper op tegen de werkelijkheid wordende nachtmerrie waarin ik ontwaakte, toen Hitler onaangekondigd door de achterste pootjes ging en een gigantische bolus uit zijn trillende lijfje perste. Op zich geen probleem, gezien ik altijd plastic zakjes bij heb voor het geval ik dezelfde handeling dien te verrichten, want een huis-aan-huis-bezorger van gekookte eieren is soms lang onderweg.
Ik bukte me, raapte het zootje op en zocht de dichtstbijzijnde vuilnisbak. Enig onderzoek leerde echter dat men zijn vuilnis in Reet moeilijk kwijt kon. Sluikstorten was eveneens uit den boze, gezien elke straathoek bewaakt werd door duiven, die zich verschansten in dakgoten en bomen. Een schande, vond ik. Te gierig voor vuilnisbakken, maar rijk genoeg voor speciaal getrainde gluurduiven. En dat allemaal met de zuurverdiende centjes van de arme belastingsbetaler, terwijl de kindjes in de Bulgaarse opvangtehuizen in een wrange grap leven, die ik hier niet verder wil uitpuren, omdat ik beter iets had gedaan rond Somalische kindjes. Dat lijkt namelijk iets correcter en dus grappiger, vooral als ze in groteske situaties belanden zoals een taartengevecht op een verjaardagsfeest, na een uit de hand gelopen spelletje Levende Mikado.
Maar goed, waar zaten we? Ik had dus de ingewikkelde kak van Hitler in mijn handen en zocht een vuilnisbak in Reet. De dingen des levens, zoals dat heet. Ik was op een kruispunt beland, waar het drie kanten uit kon: de Eenstraat, de Tweestraat of de Driestraat. De Cijferwijk was een ideetje van de befaamde, avant-gardistische schepen van Cultuur en Publieke ruimte, zo had ik eens gezien in een special op de regionale zender Math Channel 7 (leve de Digibox!). Ik besloot de Driestraat te kiezen, die bleek uit te monden in de Eenstraat. Ik voelde onheil en spurtte naar het eind, waar ik het naambord van de Tweestraat zag, die op zijn beurt weer uitvloeide in de Driestraat. De cirkel was rond en ik had geen idee hoe ik in deze Bermudiaanse driehoek was terecht gekomen, laat staan hoe ik eruit kon komen. Dus besloot ik de kak over een muurtje te werpen, waarop een vreselijk gevloek weerklonk. Ik sloeg meteen op de vlucht, weliswaar beseffend dat ik enkel rondjes kon lopen. Ik werd dan ook al snel tegen gehouden door twee ruiters van de blauwe brigade.
‘Hoe durft u burgers te bekogelen met kak?’, bromde de lelijkste van de twee, terwijl zijn paard een gigantische vla op de straatstenen draaide.
‘ Jullie zouden beter echte misdadigers gaan vangen’, antwoordde ik, ‘ Zoals Kaye Styles of Dennis Black Magic.’
De agent begon een betoog over de invloed van rapmuziek op de normalisering van het anti-autoritaire gedrag, terwijl Hitler nieuwsgierig naar de dampende vla trippelde. Ik liet hem begaan, want hij had nog niet gegeten. Het beestje schrokte de hele zooi naar binnen, toen ik besefte hoe laat het was, zijnde zeven minuten na middernacht. Hitler trilde en tolde, hele flarden uit ‘The Passion of The Christ’ citerend en golven bijtend maagzuur gulpend, dat op de ruiters en hun paarden spatte. In geen tijd smolten ze weg, druipend, krijsend, vage bedreigingen pruttelend, zwaaiend met een wegterende PV. Ik deinsde verschrikt achteruit. Hitler merkte het op en loste zijn laatste gulp. Hij kijk me vragend aan met zijn lieve oogjes en ik wou hem uitleggen dat elk hondje anders is en er ook gebrekkige hondjes bestaan, zoals hemzelf. Helaas ontplofte hij en vernielde alles en iedereen in zijn buurt, op één iemand na: de getuige die zijn legende moest laten voortleven.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Kak in reet...
Geweldig
Een reactie posten