donderdag 13 mei 2010

Flard

‘ Wat een geweldige avond!’, lalde ik.

‘ Ach man,’ bromde Tapijt, ‘ Je bent gewoon zat.’

‘ Dat doet er niet toe, ik beschrijf een gevoel,’ zei ik, ‘ Geen objectieve realiteit. Lul.’

‘ Ik weet tenminste dat ik een lul ben,’ zei Tapijt, ‘ Zoals ik ook weet dat we weer naar huis gaan zonder lief en dat we deze avond dezelfde vijf mensen als vorige avond en eigenlijk zowat alle avonden daarvoor hebben staan vervelen en omgekeerd.’

‘ Vervelen, hoe bedoel je vervelen, wat is jouw definitie van vervelen? Je kan het woord misschien spellen, maar kan je het ook definiëren, oriënteren en associëren met concrete feiten uit de feitelijkheid.’

‘ Hou je mond,’ beet Tapijt, ‘ Ik ben nog niet klaar. Dus: de mensen waren saai als vanouds, wij weer straalbezopen, de muziek even kut als anders, het bier nog altijd verdund met hondenzeik door een eikel die het niet eens waard is dat ik mijn peuken op zijn vloer gooi én ik heb nog altijd geen lief gevonden, want die Rosita is weer naar huis met een ander die ik niet ben.’

‘ Ach, maak je niet druk,’ zei ik.

‘ Dat zeg je nou eens elke week.’

‘ Omdat jij elke week hetzelfde gelul verkoopt.’

‘ Ach, laat vallen.’

‘ Ja, we gaan afsluiten, ik ben moe.’

‘ Ik ook.’

‘ Tot de volgende?’

‘ Yup.’

Geen opmerkingen: