Kevin en ik liepen door het bos, waar de leiding ons had gedropt. We waren tot de tanden gewapend (kaart, kompas, GPS, eten en drinken voor twintig dagen, shotgun) maar toch waren we nerveus. Dit was onze eerste dropping en hoewel Waasmunster bekend stond als behoorlijk veilig, wist je maar nooit. Toen dook er een man op. Hij zag er een beetje raar uit, al was dat misschien gewoon perceptie.
‘ Komen jullie mee naar mijn huis,’ vroeg hij, ‘ Ik wil jullie iets tonen.’
Mijn ouders hadden me altijd op het hart gedrukt nooit rare mannen naar hun huis te volgen, maar gezien mijn ouders gescheiden, failliet en verongelukt waren door een sigaret aan te steken in een tankstation, ging ik er van uit dat ze ook niet altijd gelijk hadden. Dus volgden we hem.
Het was geen opmerkelijk huis. Het had een modale voorgevel, waarvan niemand ooit zou vermoeden dat er vreselijke dingen achter schuil gingen. Al wees niks er op dat dit het geval was. De man was vriendelijk en beleefd, al vroeg hij wel om onze schoenen uit te doen. Hij gidste ons door een donkere gang, naar een klein kamertje met een krakende deur. Wat we daar zagen tartte onze verbeelding. Het was een gigantische, haast vreeswekkende draaiorgelcollectie. Jongens, wat een collectie was me dat, zeg!
Fragment uit: ‘Boe?’, een bijna thriller voor mensen met hartaandoeningen en angststoornissen in de synthesizersfeer.
Canal Marginal publiceert geregeld fragmenten uit letterkundige werken van eigen kweek die om een of andere reden ongepubliceerd zijn.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten