vrijdag 5 oktober 2012

Zele worstelt met marginaal imago


Blankenberge wil af van zijn marginale imago en de wereld zal het geweten hebben.  Wat voor de ene een klucht lijkt, werkt voor de andere inspirerend.  Aldus gingen enige radertjes draaien bij de Zeelse, onafhankelijke societywatcher en denktank Kurt van de Walle (35).  Als veldwerker is hij zich zeer bewust van het imago dat de gemeente van schrijver dezes meetorst.  We nemen enkele pistes door bij het genot van enkele vers gekoelde blikjes Bwürk Pils.

Ook het petanquemilieu is niet onbesproken 

Van de Walle: Ik vat dagelijks post op mijn bankje van waaruit ik de wereld aanschouw.  Zoals men bepaalde samenlevingsvormen multicultureel noemt, zo noem ik Zele multigelaagd.  We hebben een rijk aanbod aan figuren die elk op hun manier kleur geven aan onze micromaatschappij.  Wie een beetje oog heeft kan elke dag naar man bijt hond kijken, zonder zijn tv aan te zetten.  Men zegt ook wel eens dat men in Zele problemen heeft met drank –en drugsmisbruik, maar ik beschouw ons liever als het Ibiza van Oost-Vlaanderen. Los van het feit dat we geen discotheken, zee, tropisch klimaat of noemenswaardig hete wijven hebben, al komt de Nieuwdonk wel in de buurt.  Je moet maar een velo pikken en je staat er.     

CM: Gaan zulke fenomenen niet vaak gepaard met diverse vormen van agressie?

Van de Walle: Er is een dunne grens tussen agressie en recreatie.  Het is maar hoe je het beschouwt en omkadert.  Helaas is accommodatie een heikel punt.  Maar in afwachting van het cultureel centrum zou men de polyvalente zaal achter de bib kunnen gebruiken als boksarena, zodat de Zelenaar kan genieten van agressie in plaats van zich er aan te ergeren.    Ik moet wel toegeven dat een straatgevecht zonder straat een beetje is zoals bergbeklimmen zonder berg.  Daarom zou ik een alternatief circuit willen voorzien dat we financieren met de dvd-verkoop van de beste beelden uit de veiligheidscamera’s van de politie.  

CM: En de straatraces?

Van de Walle: Het lijkt me wel wat om de atletiekpiste te asfalteren.  Mijn bescheiden mening is dat je al een zeer ecologische correcte sukkel moet zijn om in deze hoogmobiele maatschappij te gaan lopen, zeker als je het in cirkeltjes doet zonder de intentie effectief ergens heen te gaan.  Ik denk dat we dat nuttiger kunnen besteden.

CM: Uw voorstel is dus om de marginaliteit verder uit te diepen?

Van de Walle: Van een lelijkaard kan je geen fotomodel maken, maar je kan hem wel hetzelfde kleden.  Waarom zouden we ons overigens laten domineren door pseudo-collectieve regels bedacht door een stel grijpgrage maatpakken die enkel geïnteresseerd zijn in hun eigen broekzak?!?!?!?!

CM: Dat klinkt wel heel bitter…

Van de Walle: Ja, gelukkig ben ik altijd gespaard geweest van dergelijke teleurstellingen.  Zoals een wijs gezegde luidt: ‘wie niks doet kan niks verkeerd doen’, wat ik graag combineer met ‘de beste stuurlui staan aan wal’.  Vanuit die oppermachtige positie denk ik na over maatschappelijke problemen, wat doorgaans tot een verhelderende oplossing leidt.  Zo ook in het geval van ons als marginaal gepercipieerde Zele.

CM: Misschien wel de hamvraag: is Zele marginaal? 

Van de Walle: In Zele zeggen we epsvroag.

CM: Dat was geen antwoord op mijn vraag.

Van de Walle: Als een vraag niet beantwoord wordt, is ze toch al gesteld, wat me veel belangrijker lijkt en bovendien een antwoord op uw vraag is.  Al wil ik er wel aan toe voegen dat ik Zele al bij al de max vind en we maar eens moeten stoppen met zeiken over geïsoleerde incidenten.  Ja, er is al eens gezeik en bagaar.  Maar het grootste probleem lijkt me nog steeds de azijnpissers die van elk windje een veesttornado maken.  Dus eigenlijk is heel dit interview flauwekul.  Nu ik er zo over nadenk: is het mogelijk om het te verbranden?

CM: Nee, want het wordt niet afgeprint.  Los van dit praktische punt moeten we dan een nieuw onderwerp bedenken.

Van de Walle: Wel, ik heb iets exclusief voor jullie in de biologische sfeer.  Ik heb namelijk een bepaald vogelras ontdekt dat reeds uitstierf voor het ter wereld kwam.  Volgens mij heette het de Vlaamse Preutknel, al kan het ook iets geheel anders zijn, Steven of Gert of zo.  Waarom schrijf je daar niet iets over?

CM: Omdat alles er bij deze over geschreven is.  Bedankt!



Geen opmerkingen: