Na veertig jaar is men gestart met de bouw van het
Cultureel Centrum op de Zeelse Zandberg. ‘ Eindelijk!’, zou men kunnen uitstoten, maar deze blog zou deze blog niet zijn, mocht er ook geen wijd geëtaleerde verzuchting
opwellen.
Jean-Valjean-Jeanette-Jeanolski-Marie-Antoinne-Banksy (een artiestennaam
voor Jan Janssens) voorspelt een lege doos, want zo orakelt hij: ‘ Een
Cultureel Centrum zonder Cultuur is gewoon een eel centrum. Plus u, om helemaal
correct te zijn.’ En hij kan het weten, want hij heeft twee jaar in de
metropool Brussel gewoond (op kot, tijdens zijn eerste kandidatuur Vrije
Kunsten) en hij is ook al eens in Parijs geweest. Als we hem - in afwachting van het bijhorende cultuurcafé - ontmoeten op een bankje in het park, steekt hij meteen van wal.
Jeanolski: We zijn alweder getuige van een sterk staaltje populisme! Een pompeus, glazen kot bouwen waarbij men heel fotogeniek kan staan wezen in de regionale pers! Maar heeft men al eens nagedacht over de inhoud!? Bij deze wil ik mezelf dan ook aanbieden als programmadirecteur, zodat ik Zele mee op de kaart kan zetten en we niet weer in de eigen kleine vijver zitten te vissen.
CM: Kent u het gezegde
‘wie het kleine niet eert is het grote niet weerd?’
Jeanolski: Kent u het
gezegde ‘wie stopt voor overstekende eendjes staat stil.’ of zo mogelijk nog
toepasselijker ‘ Wie het gat van de paus kust krijgt haar in zijn mond?’ Ik ook niet, maar zulke uitspraken zoals
dewelkste u hier poneert zijn toonbeelden van een burgerlijkheid die zelfs naar
kabouternormen zeer klein te noemen is.
CM: Maar het Cultureel
Centrum is toch bedoeld voor de Zelenaar?
Jeanolski: Ah, mijnheer is
het type dat vindt dat zijn belastingsgeld naar Studio 100 moet gaan! Ik denk dat cultuur niet voor het hele volk
moet zijn! Integendeel! Het is en blijft een middel om de sturende
elite te voederen met hogere gedachten die ze vervolgens kunnen vertalen via
hun eigen onzichtbare mechanismen naar het gulzig zwelgende plebs. Dàt, mijn beste, is het verschil tussen hoge
en lage cultuur.
CM: Kan u dan eens een
voorbeeld geven van hoge cultuur die u zou programmeren?
Jeanolski: Ik heb al een
paar namen opgeschreven die zeer groot zijn in het alternatieve milieu. Het Lam Prots bijvoorbeeld, een mimespeler
die een enorme reputatie had tot hij verlamd raakte door tegen een glazen deur
te lopen. Sindsdien is er nog maar een
spier die werkt, met welke hij kan communiceren. Dit is natuurlijk een prachtige metafoor
voor iets dat veel te veel tijd en moeite zou kosten om het effectief uit te
leggen en pas ten volle doordringt als men hem live aan het werk kan zien.
CM: Euh,
fascinerend… Denkt u dat daar een
publiek voor is?
Jeanolski: Men kan pas een
publiek krijgen, als er een podium is.
Of de
Zelenaar hier klaar voor is betwijfel ik ten zeerste, daarom wil ik in verschillende fases werken. Eerst
wil ik de burger cultureel opvoeden.
Roparun lijkt me hiervoor wel een geschikt moment. ‘ Striphelden’ en ‘Het Wilde Westen’, wie
bedenkt dat, zeg?! Waarom geen thema
als ‘De Vlaamse Primitieven’ of ‘Abstract Expressionisme’, waarbij iedereen
zich in onduidelijke figuren verkleedt die alsmaar vager lijken te worden
naarmate de avond vordert, maar die alsmaar aan betekenis lijken te
winnen. Een interactieve, procesmatige
performance vertrekkende vanuit de schilderkundige traditie. Dat zijn zoveel vliegen in een klap, dat
onze handen aan elkaar zullen blijven plakken, wat in de letterlijke zin vrij
nadelig zou zijn, gezien er nogal wat afgeapplaudisseerd wordt voor de lopers
die het vluchtige, maar tegelijk ook bestendige karakter van de
kunstgeschiedenis zullen verbeelden.
Als dat geen concept is, dan weet ik het ook niet meer.
CM: Wij ook niet. Nog veel succes met uw project. En met uzelf!