Half een. Ik heb
niks nodig, maar ga toch iets halen. De
straat op, naar de nachtwinkel, door weer en wind, weg uit mijn kamer. Schele Darpak kijkt niet op als het belletje
rinkelt. Hij draagt zijn gezicht als
een masker uit ruw gesneden bordkarton, alsof iemand in het verleden zijn ware
gelaat gestolen heeft. Hij zegt nooit
meer dan ‘dank’, vlak en lijzig. Voor
de prijs wijst hij steevast naar het schermpje op zijn kassa. Ik wed dat hij niet eens verroert als er een
gek met een shotgun voor hem staat.
Ik neem een cola uit de koelkast en wijs naar het rek
achter hem: ‘ Een pakje blauwe Rizla.’
Zwijgend draait hij zich om en neemt de blaadjes. Dit is het derde pakje deze week, maar hij
zegt niks en schuift het voor zich uit. Ik neem het tussen mijn vingers en bekijk het van dichtbij. Er is iets aan veranderd.
‘ Een nieuwe verpakking,’ zeg ik, ‘ Ziet er wel mooi uit.’
Darpak zegt niks, beweegt niet, draait zich ook niet
weg. Hij blijft gewoon roerloos en heel
erg Darpak.
‘ Een beetje retro, maar tegelijk ook heel modern en
fris. Heel erg 2013.’
Ik vraag me af waarom ik tegen hem praat. Volgens mij beseft hij niet eens dat het 2013 is,
laat staan dat hij weet wat retro is.
En toch wil ik deze barre, teleurgestelde man uit zijn slaap
wekken. Soms zie ik hem sloffen door de
Inflamarkt, zo’n boordevolle kar voor zich uit duwend. Bij de
kassa zegt hij ‘dank’, waarna hij weg sloft naar zijn hol waar hij alle
spullen hamstert tot de letters op de etiketten zijn afgebleekt. Ik heb er mee te doen.
‘ Vreemd weertje,’ zeg ik, ‘ Je zweet je te pletter, maar
toch moet je een jas aandoen. Niet dat
ik zo ver woon, het is niet dat ik door berg en dal moet trekken om mijn
blaadjes te halen, die met de retrofuturistische verpakking, weet je nog? Ik weet niet of je dat weet, maar ik woon
eigenlijk om de hoek, in een appartement boven het kapsalon waar Sinterklaas
zijn baard laat knippen. Zeg, luister
jij eigenlijk?’
Darpak wijst naar het schermpje op zijn kassa. Het cijfer is te hoog voor wat ik in mijn
handen heb. Ik krijg zin om die Darpak
een expressie aan te meten, waarmee je meteen een eigen show in ‘Het Witte
Paard’ krijgt.
‘ He man, ben jij een robot of zo?’
Traag richt hij zijn hoofd op en zegt op dat lijzige
toontje waarmee hij doorgaans niet meer dan ‘dank’ zegt: ‘ Affirmatief. Mijn missie is klaar en duidelijk.’
En ik druip af, met mijn blaadjes en cola, de lange nacht
in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten