Bruin geblakerde zoenen,
op de witkatoenen weg.
Sporen van verleden,
van lang belegen beleg.
Nasi en Goring,
frieten en kebab,
een blind geschoten remspoor
na die snelle hap.
Diner bij Kaarslicht,
eenzaam ontbijt,
een tafel zatte nonkels:
dat alles moet men kwijt.
De verse dagen komen,
vaarwel, mijn lieve scheet.
Ik zal eeuwig aan je denken,
je was zo mild, maar heet.
Spoken uit het ooit,
zwevend in de trom.
Wat jullie ook waren,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten