maandag 28 december 2009

Flard

De superheld ijsbeert door de ellenlange gangen van zijn schuilhol, tobbend over zijn aartsrivaal die hij voor de zoveelste maal moet verslaan.

' Die man zal nog eens mijn dood worden,' mompelt hij tegen een publiek dat niet zo imaginair is als het lijkt, ' Al duizend maal heb ik die snoodaard te grazen genomen. Of hij nu verpulverd wordt door rotsen, gesmolten in lava of tergend langzaam verzwolgen door een tandenloze draak... Hij blijft maar herrijzen!'

De held zucht en gaat voor de spiegel staan. Zou hij zijn outfit nog eens strijken, in de hoop de tijd te rekken? Of wandelt hij gewoon naar buiten om het onoverwinnelijke nogmaals te bestrijden?


Hij denkt even na en besluit:

eerst nog een koffie.

donderdag 24 december 2009

maandag 14 december 2009

't Plakt tegen de roamen

Exclusief op Canal Marginal:

De neerslag van een uniek samenwerkingsverband tussen beatmaster KJ1 en vocal artist Teddy Kool! Een flard uit een zestien minuten durende jamsessie, vormgegeven door de impulsen van de duistere nacht en de golvende dreiging van het huidige, politieke klimaat.
Zelf zeggen ze hierover:


Teddy Kool: ' De track gaat niet alleen over het penetrante leed en de naweeën van de aanslagen op de Twin Towers, het gaat ook over massahysterie die wordt omgebogen ten bate van politieke agenda's.'

KJ1: ' Maar bovenal is het een ode aan alle vogels die gestorven zijn door tegen een raam te knallen.'


Een beat zegt meer dan duizend woorden, dus laat u meesleuren door de auditieve stroom naar een bewustzijnsniveau zelden verkend.




maandag 7 december 2009

Joepie!

Twee ogen in een pot,

starend naar het lot,

zes nullen op een rij.

We zijn er weer niet bij!


....


En ook wel: ......


Geen nood

Er is nog brood

En de kat, die is net dood.

Met kipkruid op zijn poot,

smaakt hij beter dan de goot.


Onze hoop werd weer verloot

(wat rijmt op naïeve idioot:

Sporadisch helderziend

dus altijd scheel)


Maar dra…

…Dra

Dra…


Dra spelen we weer…



Met de Joker deze keer.


Canal Marginal bezit alle rechten op de complete Jan Langeman-catalogus. Om deze investering te laten renderen zal zijn werk geregeld gepubliceerd worden op de site.

dinsdag 1 december 2009

Bond Zonder Hoop

Je mag je ziel aan de Duivel verkopen,
zolang je de opbrengst maar goed investeert.


'Bond zonder Hoop' is een vereniging zonder winstoogmerk die een volwaardig alternatief wil bieden voor een andere Bond die wij niet bij naam wensen te noemen.

dinsdag 24 november 2009

Flard

Over mijn koffie heen loerde ik naar het tafeltje aan de overkant, waar een vader de tijd verdreef met zijn baby. Hij kind zoog genoeglijk aan z'n dikke teen, terwijl de man naar hem keek alsof hij een peperdure tv was, net uit de doos en reeds kapot. Het zal wel aan mij of aan de verwrongen tijdsgeest liggen, maar telkens ik een vader met zijn kind alleen zie, voel ik de wurging van co-ouderschap en alimentatie. Alsof dit beeld in geen andere context kan bestaan. Ik ken honderden taferelen waar een kind van een veel te grote beker cola slurpt, terwijl de vader een paar straaltjes van die vage vreugde probeert te plukken. Ik weet niet of deze scène triester was, met dit lichtroze drolletje zuigend aan zijn teen, niet eens beseffend wat het was en een vader die het hem schijnbaar niet kon of wou vertellen.

Ik zag mezelf rechtop staan en de vader vragen waarom hij zweeg, waarop hij zou zeggen: ' Dat kind verstaat me toch niet.' In het daaropvolgend visioen zag ik hen dertig jaar later: hij met het man geworden kind dat nog steeds aan zijn teen zuigt bij gebrek aan woorden of benul. Ik werd haast week bij dit denkbeeld, toen ik in de spiegel achter hem een late twintiger met koffie zag en me probeerde voor te stellen hoe die er zoal uitzag.

woensdag 18 november 2009

letters van koeien

Het is niet omdat koeien
geen gedichten kunnen schrijven

dat biefstuk daarom
geen gevoelens heeft.


Canal Marginal bezit alle rechten op de complete Jan Langeman-catalogus. Om deze investering te laten renderen zal zijn werk geregeld gepubliceerd worden op de site.

woensdag 11 november 2009

Zelevisie

Dit weekend wordt het integratieproject 'Zelevisie' voorgesteld in het Zeelse gemeentehuis (Markt). Ondergetekende leverde enkele bijdrages aan een publicatie rond rituelen in verschillende culturen. Deze bevat tal van informatieve kortverhalen en is gekoppeld aan een tentoonstelling, waar ook een documentairefilm wordt getoond.

De tentoonstelling en film kunnen worden bekeken op volgende tijdstippen:

- zaterdag 14 november en zondag 15 november van 14 tot 16 uur
- maandag 16 , dinsdag 17 , en donderdag 19 november: van 9 tot 12 uur en van 14 tot
16 uur
- woensdag 18 en vrijdag 20 november: van 9 tot 12 uur.
- zondag 22 november: van 14 tot 18 uur tijdens de smakelijkste markt

Ook groepen en verenigingen kunnen langskomen, hetzij binnen de openingsuren of op afspraak.


Als smaakmaker een verhaal dat de publicatie niet heeft gehaald vanwege te deprimerend. U ziet het, zélfs de stuwende kracht achter Canal Marginal heeft zo zijn melige momenten...

Kerstmis

Oscar loopt zuchtend langs de lange, lege straten, terwijl de barre wind in zijn oren bijt. Het is eerste kerstdag, een moment waarop iedereen zich terugtrekt met zijn familie of geliefden. Men verzamelt rond de kerstboom en de stal, waar een stenen Maria en Jozef hun kersverse kindje showen. Kerstmis is de dag waarop Jezus werd geboren, in een bakske met stro, tussen de schapen, de os en de ezel. Maar bovenal is het de dag waarop mensen warmte en liefde delen. En cadeaus!

Het is al lang geleden dat Oscar een cadeau heeft gekregen. Sinds de dood van zijn vrouw en de ruzie met zijn zoon is hij helemaal alleen. Natuurlijk heeft hij een paar drinkebroers en kaartvrienden, maar die zitten nu bij wie hen het dierbaarst is. En daar hoort Oscar niet bij. Vroeger kreeg hij elk jaar een doos scheermesjes en twee pakjes tabak. Ooit hoorde daar een flesje jenever bij, maar daar was zijn vrouw op zekere dag mee gestopt. Zonder al te veel uitleg.
‘ De kerstman heeft ze onderweg uitgedronken,’ grapte ze.
Dat was natuurlijk nonsens. De kerstman bestaat niet, laat staan dat hij in Vlaanderen komt. Hij is en blijft een Amerikaans verzinsel, vormgegeven door de Coca Cola Company. Hij is niet rood om beter op te vallen in het nachtelijke luchtverkeer, maar om zoet spul aan kinderen te verpatsen. Door die dikke paljas zou men haast vergeten waar het kerstfeest echt om draait.: samen ballen in de kerstboom hangen, gezellig samenzijn en stevig eten. Geen kalkoen, dat is ook weer zo’n Amerikaans concept, maar al wat lekker is. In het geval van Oscar vette brol van de Chinees. De enige die open en betaalbaar was.

Na de laatste kikkerbil was hij naar de nachtmis gegaan. De priesters en de koren hadden er iets moois van gemaakt. Hemelse gezangen en een verbeelding van het kerstverhaal door enkele kinderen. Mooier dan andere missen en Oscar kan het weten. Hij is een vaste kerkganger en strikte Katholiek. Zo heeft hij ook de advent op de voet gevolgd. Dat is de periode voor kerstmis, waarbij men toeleeft naar de komst van de Messias. Deze start eind november, duurt veertig dagen en behelst vier zondagen, waarop telkens een kaars wordt aangestoken op de adventskrans. Of naast de adventskrans, want die dingen zijn behoorlijk brandbaar. Of ze hangen aan de voordeur, wat niet echt kaarsvriendelijk is.

Als Oscar straks thuiskomt, gaat hij zijn krans wegnemen. En zijn boom opdoeken. Uiteindelijk staat het er voor niemand. Ook niet voor hemzelf. Het is niet meer dan een ruivende spar vol bollen en lampen. Een verzamelplaats voor mensen die er niet meer zijn.

zaterdag 7 november 2009

Indiaal

De cowboy wandelde door het doodse dorp. De huizen leken verschrompeld en de klapdeuren hingen halfstok. Dit was de laatste halte. De laatste klus. Hier zat de laatste Indiaan op aarde verscholen, de laatste homp voor de vleesberg die de cowboy reeds bij elkaar had geschoten. Hij liet zijn blik door de straten dwalen, elke wegwaaiende zandkorrel verifiërend. Hij was op zoek naar leven om te doden. Daar hoefde hij verder niet over na te denken, daar werd hij simpelweg voor betaald door de firma.


Hij liep de lange laan door, toen hij plots een stuk pluimvee zag waar een mens aan was vastgehecht. Het leek verdacht veel op een Indiaan, al had het eerder iets van een halfblote, bruine piraat met een kip op zijn hoofd. Hoewel dit niet tot zijn doelgroep behoorde, richtte de cowboy zijn wapen.

‘ Je geld of je leven!’, schreeuwde hij. Dat lijkt misschien een beetje vreemd, maar het contract voor de huurmoord vermeldde niks rond het vrijblijvend overvallen van nietsvermoedende piraten, dus kon hij dat evengoed doen. Helaas reageerde de pindiaat (zoals we hem voorlopig zullen noemen) niet, in de zin dat hij rechtopstaand dood leek te zijn. In dat geval was het vrij onnozel om hem de keuze voor te leggen, dus besloot de cowboy het anders aan te pakken.

‘ Lekker weertje,’ zei hij langs de neus weg lijkend, ‘ Zin om een terrasje te doen?’

De pindiaat bleef roerloos bij deze nonsens. Het regent stront en alle cafés zijn dicht, leek hij te denken, al konden het ook de wormen in zijn schedel zijn die tegen zijn oogbollen drukten. De cowboy bleef nog even wachten en tikte gelaten tegen zijn pet. (tot groot ongenoegen van velen had de firma een nieuw uniform ontworpen) Misschien moest hij die idioot gewoon neerknallen? Een mensenleven meer of minder, wat maakte het nog uit? De gedachte verstevigde zijn grip en gidste zijn vinger naar de trekker.


‘ Tok… Ik bedoel stop!’, schreeuwde de kip plots, ‘ Je begaat een stommiteit!’

‘ Inderdaad,’ zei de cowboy, ‘ Ik praat tegen een kip. Hoe kan dat?’

‘ Dat is een zeer lang verhaal,’ zei de kip, ‘ Maar gezien je toch een eenzame cowboy bent, vermoed ik dat je wel even tijd hebt.’

‘ Eigenlijk niet,’ antwoordde de man, ‘ Ik ben druk aan het uitvlooien of je aanhangsel een piraat of een Indiaan is en ik hem al dan niet moet omleggen.’

‘ Het is een Indiaan,’ zei de kip, ‘ En ik vraag me af waarom je hem dood wil.’

‘ Omdat de firma me daarvoor betaalt,’ sprak de cowboy, ‘ En omdat die kale gieren jullie uitroeien om je pluimen op hun stomme kop te zetten. En dat is slecht voor de elementen van de voedselketen, voor kippen in het bijzonder… Je hoort het goed, baasje, ik doe dit voor jou.’

‘ Je begrijpt het niet,’ zuchtte de kip, ‘ Als je hem vermoordt, vermoord je me ook. In de loop der jaren zijn we versmolten. De rest van de uitleg, waarin woorden als stigmatisering, contrasymbiose en steekhouding verwerkt zijn, zal ik gemakshalve achterwege laten.’


‘ Niemand lacht met mij,’ bromde de cowboy die een complex had over het feit dat hij zelfs te dom was om zijn eigen naam te onthouden. Hij zette twee stappen achteruit en deed het enige waar hij goed in was: schieten. Hard. Het lichaam lazerde met zwaaiende armen over een waterbak en versplinterde het hout van een verdorde hoerentent. De kip kakelde nog wat onbenulligheden, alvorens samen met het voorover tuimelende lichaam in de waterbak te duiken. Met geheven wapen kwam de cowboy dichterbij en keek naar het sputterende lijfje tot het laatste luchtbelletje was stuk gespat. Hij nam het stilleven in zich op en leek even tot rust te komen. Meer bepaald een vijftiental seconden.


‘ Wat nu?’, dacht de cowboy vervolgens en hij ging op een steen zitten, waar hij een sigaretje opstak. Hij probeerde te genieten van zijn beloning, maar werd geteisterd door tal van gedachten die hij geenszins kon vatten of ordenen, als het al gedachten waren. Zijn hele brein was maandenlang doordrenkt door dat ene doel, alsof er niks anders in zijn hoofd zat en nu alles voltooid was, restte enkel een zwart gat dat elke verdere gedachte verzwolg nog voor ze gevormd kon worden. Hij had geen bestaansreden meer. Ok, hij kon de firma bellen en het geld ophalen, maar dat was amper een troostprijs. Zijn opdracht was gaandeweg een ideaal geworden dat hem al die tijd had gedomineerd. En nu hij niks meer had om te bevechten, bleef hij alleen achter met zichzelf en dit besef.

Verdwaasd keek hij om zich heen en zag dat zelfs de zandkorrels niet meer bewogen.

‘ Alles is voorbij,’ mompelde hij, ‘ Nu kan ik drie dingen doen: iets nieuws opstarten uit het niets, het niets vervolledigen met mijn dood of een ijsje gaan eten.’


Zijn woorden waren amper koud of er kwam een ijskar aangesneld, opgefokt met helse bel.

‘ Groene haring! Bruine haring!’, schreeuwde de ijsventer die zijn tekst was vergeten. De cowboy sprong overeind, ging in het midden van de weg staan en werd platgereden. De venter sprong uit het voertuig en griste een grote ijsemmer waaruit hij de stervende cowboy voederde. Dit belette hem zijn laatste woorden te spreken, gezien zijn moeder hem had geleerd nooit met volle mond te praten. Pas toen de cowboy zijn laatste klodder had uitgekwijld, besefte de ijsventer wat hij had aangericht. Nooit zou hij weten of de cowboy een ijsje wou bestellen of onder de kar wou springen. Het was slechts een van de vele vragen die de arme man terroriseerden. Talloze slapeloze nachten later besloot hij het stadje op te kopen en er een pretpark te bouwen, bij wijze van eerbetoon. Het werd de hoeksteen van een heus imperium dat de ideologische ondergrond al gauw overwoekerde.


Dit verhaal is dan ook voor zij die de shirts en petjes dragen, de burgers en de ontbijtgranen vreten, opdat ze zouden weten dat al dit vlot verkopende niets ooit een reden leek te hebben.

maandag 2 november 2009

Bond zonder hoop

Het leven is als een balpen:

het heeft maar één punt,
aan het uiteinde.


'Bond zonder Hoop' is een vereniging zonder winstoogmerk die een volwaardig alternatief wil bieden voor een andere Bond die wij niet bij naam wensen te noemen.

zondag 25 oktober 2009

Een flard uit het leven van...

' Je moet geen gêne voelen,' zei het hoofd van de bomvolle tafel, nadat ik had geflaterd.
' De enige gêne die ik voel is Bervoets,' antwoordde ik blozend.

Dat snapten ze niet. Toch niet helemaal.



zondag 18 oktober 2009

De schrijver

De schrijver schrijft, een joint in de mond, een fles rode wijn gistend op de kast. In het holst van de nacht bedruipt hij zichzelf met de klamme romantiek van grote geesten gevangen in zolderkamers. De literaire projectie van dat bestaan is zijn hoogste streefdoel, maar het verzuipt in de verstopte rioolputjes van zijn fantasie. Hij probeert de sfeer van de krakende plaat te verklanken in klaterend proza, maar de holle woorden weerkaatsen niets. Wat hij produceert is onzichtbare levenskunst, zielloos plagiaat van wereldberoemde leeglopers. Hijzelf is niet wereldberoemd, hoeveel joints hij ook rookt, hoeveel wijn hij ook laat gisten. Hoe sfeervol het lampje op zijn rommelige bureau ook staat te branden, hij krijgt het niet verteld.Volledig uitvullen
Als hij de volgende ochtend ontwaakt gaat hij naar de werkwinkel. Zijn levensgids, Annemie, heeft een job voor hem gevonden: ‘ Verkoopster in een kledingszaak.’
‘ Heb je mij al eens goed bekeken,’ wil de schrijver zeggen, maar zijn vage gebaren verzuipen in zijn veel te grote jas.
Annemie begrijpt het niet. Of wil het niet begrijpen. Ze heeft geen boodschap aan zijn vermeende capaciteiten waarvan de economische rendabiliteit nog vermeender zijn. Dat vindt de schrijver soms romantisch, maar vandaag vindt hij het maar niks. Objectief bekeken is hij een werkloze pummel die nergens voor deugt. Gelukkig leeft hij in zijn eigen hoofd, een open vlakte begrensd door dicht beboste bomen, waarachter het constante, maar zelden krachtige gegrom van wolven en haaien weerklinkt. Af en toe toont er eentje zijn kop, doorgaans is het Annemie, maar soms ook zijn ex of een zoveelste uitgever die echt niet op hem zit te wachten, die het zelfs niet de moeite vindt om hem weg te rukken en op te vreten.
Nee, zittend aan dit gladde bureau in dit kille lokaal, vastgepind op dit wipneusje is de schrijver onbestaande.
Maar een verkoper is hij al evenmin. Het duurt dan ook lang voor hij die boodschap kan verpakken en Annemie hem eindelijk laat gaan.

Eens op zijn kamer komt de schrijver weer tot leven. Hij opent een fles wijn en zet ze op de kast. De joint vat vuur. Het licht gaat uit. Het lampje aan. Hij bekijkt de zesentwintig en zoveel mogelijkheden op zijn klavier, de bouwstenen van een blad vol inkt.
‘ Op welke van mijn talloze boodschappen zit de wereld te wachten? ’, denkt de schrijver, ‘ Of zal ik hen gewoon een goed verhaal voorschotelen?’
Iets verstoort zijn concentratie en komt de kamer binnen. Het is een groen, wrattig wezen met een penisachtige slurf waar rozige smurrie uitdruipt. Het heeft een driedelig maatpak aan, ook al heeft het geen armen of benen. Het is blubber, knorrend en druipend. Het is niet duidelijk of hij de schrijver wil ontvoeren, opeten of troosten. En nog minder of er andere mogelijkheden zijn. De schrijver denkt aan grote geesten die schreven onder invloed.
‘ Hoe deden ze dat toch?’, vraagt hij aan het wrattige wezen.
Het wezen probeert zijn schouders op te halen, maar het heeft er geen. Hetzelfde voor verstand, dus blijft het proberen tot het sterft van uitputting.
De blubber verteert sissend tot er enkel een gestold klompje overblijft. De schrijver schopt het onder de kast. Rommel genoeg op zijn kamer.

Dan gaat hij terug aan zijn bureau zitten en wekt de soezende nacht met een kermende sax.
‘ Tijd om te ontwaken,’ zegt de schrijver tegen het blanco en hij neemt een lang blaadje zinvol lijkend papier. Kort flitst een vonk in de duisternis, maar haar smeulende energie wordt al gauw weer uitgedoofd.

Vierentwintig uur zijn voorbij.

woensdag 7 oktober 2009

Foor

"Mevrouw met het staartje!

Trekt u nog een kaartje?!

We spelen voor dit pluchen beest!

Doe toch mee! Vandaag is 't feest!"


"Mama, wat een mooie beer!

Geef me die en ik wil meer!

Toon je hart met dit gebaar…

Of ik huil de kermis bij elkaar!"


"Jantje, trek niet aan mijn jas!

Er zit geen gat in mijn kabas!

We hebben al genoeg brol in huis!

en straks is 't 'Witse' op de buis!"


" Ach vrouw,

koop een kaartje voor die kleinen,

(ook al is 't waarschijnlijk niet de mijnen.)

Het geluk is hier te koop!

Zolang er geld is, is er hoop..."



Canal Marginal bezit alle rechten op de complete Jan Langeman-catalogus. Deze herpublicatie geschiedt ter gelegenheid van de Zeelse kermis (nog tot en met aanstaande zondag te bewonderen en bezoeken).


donderdag 1 oktober 2009

Bond zonder hoop

Echte vrienden
zijn onzichtbaar.


'Bond zonder Hoop' is een vereniging zonder winstoogmerk die een volwaardig alternatief wil bieden voor een andere Bond die wij niet bij naam wensen te noemen.

dinsdag 22 september 2009

Soseizen

Salami in de nacht.

Een zinsnee goed doordacht,

ontvouwt zich in al zijn pracht

tot 'salami in de nacht'.


Candle in de wind.

Ik drink mijn laatste pint

Spoel door

die salami in de nacht…

Het is mijn bed dat wacht.

(Maar wat ruikt die wind verdacht)


Ik knip het laatste uur.

Au revoir Basiel, dag Tuur.

Roste Maria, zie je mij nog graag?

Ik zou je willen kussen,

maar 'k heb last van mijn maag.


Ze geeft me een zoen en lacht:

" Dat is die salami in de nacht.

Die ligt hier al een week of acht."


Canal Marginal bezit alle rechten op de complete Jan Langeman-catalogus. Om deze investering te laten renderen zal zijn werk geregeld gepubliceerd worden op de site.

woensdag 16 september 2009

Intermezzo

Waarde fan,

Wegens niet-marginaliteitgerelateerde verplichtingen moet u even wachten op een volgende volwaardige post. In afwachting daarvan krijgt u deze cultureel hoogstaande link.


Uw held,

Filip

dinsdag 8 september 2009

Gestrand

Tijdens mijn laatste zoektocht naar zingeving strandde ik in de toiletten van het Brusselse Noord-Station. Zoals verwacht vond ik er meer vragen dan antwoorden en een fikse scheur toiletpapier waarmee ik het denkzweet op mijn voorhoofd depte. Verpozend bekeek ik het oogporrende interieur met zijn knalgele deuren en witgroen schaakbordmotief. Het had wel iets knus, vond ik, het leek me zelfs een prachtige plaats om te wonen en gezien mijn laatste verblijfplaats een dag eerder was opgehaald door de groendienst, waagde ik mijn kans.
‘ Hoeveel moet dat hier kosten?’, vroeg ik aan de beheerder en hij antwoordde: ‘ Veertig cent.’
Ik doorzocht meteen mijn zakken en vroeg of hij ook compost aanvaardde. Dat vond hij wel ok. Ik wreef een kleine, naar waarde geschatte klodder in zijn grijpgrage handjes en ging op de vloer zitten.
‘ Wat doet u nu?’, vroeg hij verbaasd, ‘ Bezoekers mogen niet op de grond zitten!’
‘ Bezoeker?’, schrok ik, ‘ Ik heb deze keet zonet opgekocht voor de restanten van een appel en een ei!’
Het mannetje zijn verbaasde ogen puilden uit zijn fotokaderdikke bril.
‘ Dat was niet de afspraak,’ stamelde hij, ‘ Voor mij bent en blijft u een bezoeker. Te weten…’
Hij haalde een stoffig, bruin boekje uit zijn zak, bladerde er doorheen en las: ‘ …elk menselijk persoon die veertig cent betaalt om in dit etablissement handelingen van urinatie, al dan niet stiekeme flatulentie, lozing van in meerdere of mindere mate verwerkt voedsel, verfrissing middels water of al dan niet synchrone combinaties van voorgaand genoemde handelingen te verrichten.’
‘ Er staat niks over zweet deppen,’ grijnsde ik, ‘ En gezien ik vooraf heb betaald, blijf ik hier tot ik waar krijg voor mijn geld, in extremis het moment dat ik mezelf bevuilend de pijp uit ga.’
Het mannetje likte aan zijn grijzende snorpuntjes en bladerde nerveus door het boekje. Zijn klamme handjes bleven bijna aan de pagina’s plakken. Onderwijl tuurde hij over het bladendek naar drie bussen Hollanders die fluitend het toilet uitliepen, zonder te betalen en met een snoepje uit het schaaltje. De toiletheer stortte in, bracht nog wat lucht uit en kroop moegestreden achter zijn tafeltje om op een wending te wachten.

Hem vakkundig negerend, richtte ik de living, keuken en badkamer in, terwijl de tijd oploste als babyslakken in een zoutberg. Toen ik net mijn plasma-tv wou installeren, kwam de toiletheer op mijn schouder tikken.
‘ We gaan bijna sluiten,’ zei hij.
‘ Eindelijk!,’ antwoordde ik, ‘ Ik kan wel wat tijd voor mezelf gebruiken.’
‘ U begrijpt me verkeerd. U moet vertrekken.’
‘ Mij best,’ zei ik, ‘ Dan ga ik in hongerstaking.’
‘ Maar hier is niks te eten,’ protesteerde het mannetje, ‘ Behalve de snoepjes op mijn schaaltje, al zijn dat eigenlijk gesuikerde bolletjes glas.’
Hoewel de gedachte aan opengereten smaakpapillen niet bepaald prikkelend was, droop het kwijl me uit de mond. De krachtige donder in mijn maag deed het tafeltje daveren en de glasbolletjes rinkelen. Mijn oren richtten zich smachtend op.
‘ Je schijnt honger te hebben,’ zei het mannetje, zichzelf heel opmerkzaam vindend.
Hij liep naar het tafeltje, stak plagerig een bolletje in zijn mond en omknelde grimlachend zijn bloed sproeiende strot.
‘ Mmmm… Wekkegh!’, sputterde hij driftig knarsend.
Het geluid zoog me naar het tafeltje. De geur greep mijn hand en gidste een bolletje naar mijn mond. Ik zoog erop en proefde iets bekends… Laxeermiddel! Ik spuwde het bolletje op de grond, waar het in duizend scherfjes uit elkaar spatte. Woedend probeerde ik de toiletheer te wurgen, maar eigenlijk dichtte ik het gulpende gat in zijn keel.
‘ Dank je wel,’ lipte hij, terwijl hij genoeglijk zijn vingers even kraakte, ‘ Ik neem wel weer over.’
Hij duwde mijn handen weg, drukte weer dicht en liep naar de telefoon: ‘ Assistentie in de Afdeling voor Primaire Noden gevraagd. Problemen code rood.’

Twee boomlange beveiligingsagenten stormden naar binnen. Ik vluchtte een toilet in, klapte de bril open en ging in de pot staan. Er werd hevig op de deur gebonsd. Een stem schreeuwde dat ik naar buiten moest komen.
‘ Nooit!’, riep ik stoer terug, ‘ Jarenlang heb ik gezocht naar een plaats als deze, eindelijk voelt het alsof ik ben thuis gekomen en nu…’
De woorden stokten in mijn keel. Een traan verdampte in mijn hoofd. Het bonzen hield aan en toen het kraken scheuren dreigde te worden, drukte ik op de sjas.
‘ Hij probeert zichzelf door te spoelen!’, schreeuwde de toiletheer, waarop de agenten met vijf cent het slot stuksloegen en naar binnen stormden. Ze zagen nog net hoe mijn hoofd door de afvoer verdween en vraten hun petjes op.
De stroom voerde me doorheen de riolen van de stad, wat een – toegegeven – allerminst appetijtelijke ervaring was. Het weinige verzet dat ik probeerde te plegen werd moeiteloos overspoeld door de meedogenloze golven tot ik uiteindelijk het bewustzijn verloor.

Onbepaalde tijd later werd ik gewekt door snerpend gesnater. Ik was omringd door een legioen pinguïns die me nieuwsgierig aanstaarden. Bij sommigen vielen de ogen daadwerkelijk uit hun kassen. Een van hen reikte me een vleugel, maar toen ik me er aan probeerde op te trekken, scheurde hij af. Ik plofte terug op het bijtend koude ijs en hoopte dat deze nachtmerrie het gevolg was van een openstaand slaapkamerraam. Maar wat ik zag was echt: een kolonie melaatse pinguïns, zo besloot ik definitief toen ik er eentje wanhopig zag dralen met een bordje voor ‘Free Hugs’.
Ik trok me weer op aan een brekende snavel en kwam overeind. De leider van de groep maakte zich groot en richtte zich tot de kudde: ‘ Hij is nu een van ons. Hij zal ons vervoegen tijdens onze barre tocht. Hij zal veelvuldig paren en nieuw leven bewaken tot hij sterft. Daarna zal hij vergeten worden.’
Dat was wat ik althans meende op te maken uit het getater.
Hierna nam de leider het voortouw en gidste zijn kudde. Ik volgde hen, mezelf niet afvragend waarheen, hoe lang of waarom. Als ik geen thuis had, was ik toch al onderweg. En zolang ik niet uit elkaar viel, al meer dan tevreden.

dinsdag 1 september 2009

Bond zonder hoop wint terrein

De Bond zonder hoop, de verbale stormtroep die andere, al te belerende Bonden tracht omver te werpen lijkt zijn doel te bereiken. Dit stond vandaag in de krant:

http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail.aspx?ArticleID=GRI2ED06O


Hoe kunnen we dit nieuws beter vieren dan met een kersverse spreuk:

Wie de kat uit de boom kijkt,
is iets aan het doen.


Gezegend zij al onze fans: de bond is dood, leve de bond!

woensdag 26 augustus 2009

Wijs

Een man meende ooit wijs te klinken
door te zeggen dat hij niks wist.

Dat leek imposant
tot hij stikte

in een bord schoenveters
(gedrenkt in tomatensaus
die eigenlijk rode verf bleek te zijn
van het zeer giftige soort)

Gelukkig had hij enkel het bord gegeten.
Maar dat maakte hem niet minder dood.

En ook niet legendarischer.

Zijn naam was Pros.
Hij teelde one-liners
en stierf.

Jan Langeman

Canal Marginal bezit alle rechten op de complete Jan Langeman-catalogus. Om deze investering te laten renderen zal zijn werk geregeld gepubliceerd worden op de site.

dinsdag 11 augustus 2009

Bond zonder Hoop

Gebruik niet uw sterktes,
verberg uw zwaktes.


'Bond zonder Hoop' is een vereniging zonder winstoogmerk die een volwaardig alternatief wil bieden voor een andere Bond die wij niet bij naam wensen te noemen.

zaterdag 8 augustus 2009

Miauw

Het groezelig heffen
van ‘t hoofd vol gist.
Wat is er gebeurd,
wat heb ik gemist?

Wazige kiekjes,
donkerblauwe reis,
handen en voeten,
zoekend naar ijs.

Spoor in de sneeuw,
smeltend vocht,
gemalen geschreeuw,
IQ uit de bocht...

De vrije vogel
plakt aan het raam,
bij de wazige blik
op de vrouw zonder naam.


Canal Marginal bezit alle rechten op de complete Jan Langeman-catalogus. Om deze investering te laten renderen zal zijn werk geregeld gepubliceerd worden op de site.

maandag 3 augustus 2009

Planman

De stalen poort van het kuikentjesverwerkingsbedrijf knarste achter me dicht. Verweesd staarde ik naar het luchtdek dat nog grijzer was dan de betonnen muren waar ik de voorbije tien uur op had gekeken. Mijn raamloze verlangen smolt als sneeuw voor de zon en druppelde in dikke slierten over mijn hoofd. Zeiknat slofte ik naar mijn wagen die aan de andere kant van de ellenlange parking stond. Onderweg droomde ik van een broeierig eiland, al kon ik ook genoegen nemen met een paraplu. Of met een startende auto. Ik verwenste het krot dat me onlangs was aangesmeerd door een ranke man met iets te veel gel in zijn haar.
Na veel brommen en wroeten kreeg ik het ding aan de praat en reed ik naar mijn huis, mijn hoogstpersoonlijke hol van Pluto, waar ik via het pizzadozenpad naar sofaland reisde. Ik plofte mijn verstand op nul en draaide mijn blik op oneindig, dwars door MTV. Ik was alleen. Eindelijk. Geen machtsgeile ploegbaas. Geen loze collega’s. Geen krijsende kuikentjes. Alleen ik. En mijn gsm!
Het ding danste rond in mijn handen en meetrillend nam ik op. Uit de ruisende stilte doemde een onbekende stem op.
‘ Heb je al plannen voor vanavond?’, vroeg ze mat.
‘ Nee,’ antwoordde ik.
‘ Het is maar een woord,’ zei de stem, ‘ Ik kom er aan!’
‘ Wie ben je?’, wou ik schreeuwen, maar de verbinding was verbroken. Het aanhoudende gezeur dat sterk op stervende kuikentjes leek kolkte als een verdovende mantra in mijn oorschelp. Het duurde even voor ik besefte dat ik niet op mijn werk, maar thuis was, wachtend op een ongenode gast.

Even later stortte iemand naar binnen door het dakraam. Het was een naakte man, die zich van kop tot teen had ingesmeerd met bloed, al kon hij ook gewond zijn door de val. Kermend krabbelde hij overeind, terwijl hij het glas uit zijn wonden borstelde. Hij kuchte ernstig, boog licht door zijn knieën, spreidde zijn gebrek aan vleugels en sprak: ‘ Ik ben de duistere kracht van de nacht, de stille worm die zich ontpopt tot het oog van de storm, ik heb bijna een gordel eerste dan… Ik ben Planman!’
‘ Fantastisch,’ zuchtte ik.
‘ Plantastisch zal je bedoelen!’
Ik deed alsof ik niks gehoord had en vroeg hem of hij thee wou.
‘ Een uitstekend plan!’, riep hij opgewonden en rolde een wereldkaart voor me uit, ‘ Zoals je ziet bevinden we ons hier… In de Benelux! Thee wordt gemaakt in China, dat is hier. Ik stel voor dat we deze kapstok nemen, naar de nachtwinkel gaan, alhier, waar we de uitbater verminken met ons werktuig. Dat mag hevig, er mag zelfs wat uitpuilen, zolang we hem niet doodmaken voor hij dit document ondertekent waarop staat dat we de rechtmatige eigenaars worden van alle conservenblikken in zijn winkel, zodat we wettelijk zijn ingedekt. Van dat conserven bouwen we een vlot, dat we met een eigenhandig gecarjackte verhuisfirma naar de Antwerpse haven rijden. Daar vinden we zeker een slachtoffer dat onnozel genoeg is om zijn boot te ruilen voor ons vlot. Vinden we die niet, dan slaan we gewoon iemand dood en pikken we zijn boot. Bon, we varen naar China en sporen een theeveld op. Dat branden we plat, zodat alle arbeiders wegvluchten en de kust veilig is. Uiteraard zit het venijn in de staart: twee zakjes vullen voor de hele zooi is opgefikt. Het zijn er toch twee, he? Of ga je iets anders drinken?’
‘ Ik denk het wel,’ stamelde ik voorzichtig, ‘ Ik denk trouwens niet dat thee op velden groeit.’
‘ Het zou inderdaad kunnen dat mijn plan een hiaatje vertoont,’ mijmerde planman, ‘ Ik denk er nog eens over na. Kan ik in tussentijd een watertje krijgen?’
‘ Hoe bedoel je?’
‘ Gewoon, water… Of ken je dat niet? Semi-doorzichtige, schijnbaar smaakloze vloeistof uit een kraan, een fles of in het slechtste geval een blik. En als je gelijk ook het dakraam kan dichten. Ik heb het koud.’
‘ Kan ik weinig aan doen,’ zei ik, ‘ Moet je maar kleren aandoen.’
‘ Dit zijn mijn kleren,’ bromde Planman, ‘ Al is het eerder een soort voorontwerp, in afwachting van de definitieve uitvoering. Mijn kostuum is nog in de maak, ziet u. Het zit in de eerste fase, zijnde de kernachtige visualisering van het totaalconcept.’
Ik liet hem nog even doorpraten en goot hem wat water uit. Toen zijn monoloog dreigde dood te bloeden, vroeg ik hem wat hij zoal deed, waarop hij vertelde over zijn plannen. Het merendeel vergat ik ter plaatse, buiten een boek met vliegtips voor pinguïns schrijven en de stilstand van het donker breken.
‘ En wat doe je als je geen plannen maakt?’, probeerde ik het gesprek te sturen.
‘ Gewoon, nadenken over de plannen die ik zou kunnen maken,’ zei hij geïrriteerd en hij schraapte zijn keel: ‘ Waarvoor ik eigenlijk kwam… Je plannen voor vanavond.’
‘ Die heb ik niet,’ zei ik, ‘ En die hoef ik ook niet, eerlijk gezegd. Ik heb een hele dag pootjes geknipt ten bate van de lijmindustrie en zijn afnemers. Ik wil gewoon genieten van mijn geld, mijn breedbeeld en mijn vreten.’

Planman geeuwde ostentatief: ‘ Dat is zo saai! Heb je echt geen behoefte aan meerwaarde?’
‘ Maak je geen zorgen,’ zei ik, ‘ Ik heb Canvas en De Morgen. En mezelf!’
‘ Je weet wat ik bedoel,’ zeurde Planman, ‘ Spanning, sensatie, avontuur. Het leven is als een paardenkar, als je de teugels niet in handen neemt, rijdt ze met je weg.’
‘ Dat interesseert me niet,’ zei ik, ‘ Ik laat het leven gewoon op me afkomen. Ik zoek niet, ik vind.’
‘ Zoals je ook je job hebt gevonden?’
‘ Ja.’
‘ Hopeloos,’ blies Planman verbolgen en hij zou de kamer uitgerend zijn, ware het niet dat hij tegen de deur strandde, die hij in zijn walging had vergeten opendoen. De iets te scherpe klink doorboorde zijn vlees en enkele laatste nietszeggendheden reutelend zeeg hij in elkaar. Ik bleef nog even naar zijn dode lichaam kijken en besloot om het te laten liggen. Het zou wel verteerd worden. Zuchtend plofte ik me neer in de zetel en tuurde naar een grote glasscherf die dreigend aan het plafond bengelde. Ik stelde me voor hoe ze naar beneden viel en mijn hoofd in tweeën spleet. Afwachtend dacht ik aan de woorden van Planman. Hij mocht dan wel een matig intelligente controlefreak zijn, wat hij zei bevatte wel degelijk een grond van waarheid. Daarom besloot ik een plan te bedenken én uit te voeren: de bestelling van een pizza. Met ansjovis en dat net ietsje meer ajuin.

De leverancier die hem bracht werd mijn vrouw die drie kinderen voor me baarde en met wie ik tijdens een zoveelste discussie over de middelste (een albino) tegen de fatale beerkar zou knallen.

vrijdag 24 juli 2009

Kortfilm online

Sinds enige tijd staat 'Paso A Paso', het audiovisuele samenwerkingsverband met 'Trauma Sutra', online. Middels een eenvoudige klik op onderstaande link kan u zich onderdompelen in de duistere wereld van ondergetekende. Het geheel is bij voorkeur te bekijken in het holst van de nacht met de gordijnen dicht:


PASO A PASO

vrijdag 17 juli 2009

Geek gezocht

Geachte lezer,

Ik heb onlangs op een paar knopjes geklikt bij de instellingen van deze site. Het gevolg is dat ik mijn teksten niet langer over de hele breedte kan spreiden, geen lettertypes meer kan kiezen en de letters niet meer in het cursief of vet kan zetten. DAT LAATSTE ZOU IK HOOFDLETTERGEWIJS KUNNEN OPLOSSEN, AANDACHTSZUIGEND GENOEG, maar ook lelijk en nog altijd niet vet.

Canal Marginal werft aan: een geek die kan helpen deze technische beslommeringetjes te elimineren. Vergoeding: eeuwig respect en de wetenschap dat u iets heeft bijgedragen tot het algemeen welzijn en de marginaliteitsbeleving in het bijzonder.


Alvast bedankt!

Filip

maandag 13 juli 2009

Ontsporing

Kanttekening bij de 'Gulden Ontsporing'
(live meegemaakt te Brussel):

Stan Van Samang is misschien een ster,
maar dat maakt hem nog geen hemellichaam.

zondag 12 juli 2009

Poging tot interview met Isomov Schaepdecker

Het is geen makkie om ’s werelds enige en bijgevolg meest bekende Professor in de Vakantiekunde en Lanterfantologie, Isomov Schaepdecker, te pakken te krijgen. Als we hem proberen contacteren, krijgen we zijn secretaresse aan de lijn, waarop volgend gesprek zich ontvouwt.

CM: Is het mogelijk mijnheer Schaepdecker te spreken?

Nancy: Het spijt me, maar die is momenteel aan het werk.

CM: En heeft u enig idee wanneer hij vrij heeft?

Nancy: Nu. En morgen en altijd… En ook een beetje nooit. Dat is een beetje de beroepsziekte. Heel vermoeiend!

CM: Kunnen we hem niet even spreken?

Nancy: Helaas, hij heeft het zéér druk. Momenteel houdt hij drie weken platte rust, teneinde een vergelijkende studie uit te voeren tussen strandstoelen, hangmatten en driepikkels.

CM: En daarna?

Nancy: Daarna zal hij onderzoek verrichten naar de toepasbaarheid van de stelling van Pythagoras op de Bermudadriehoek.

CM: Kunnen we hem dan nergens bereiken?

Nancy: Nee, nergens is relatief onbereikbaar.

CM: Euh... Wat doet hij daarna?

Nancy: Dan vertrekt hij een maand naar Thailand om de invloed van een extreem goed gevuld seksleven op het eigen welbevinden te testen. In de periode daarna gaat hij enkele bierfeesten afschuimen, om zich in coma te zuipen... Op wetenschappelijk verantwoorde wijze, dat spreekt voor zich. En in de periode dààrna zal hij enorm veel Playstation spelen en televisie kijken, maar de doelstellingen van dat onderzoek moeten nog voorbereid worden. Een druk gevulde agenda, dus.

CM: Is er dan echt geen enkel moment dat hij op kantoor is?

Nancy: Morgen is hij hier, maar dat is eigenlijk om de invloed van koffiepauzes op de ozonlaag te testen. Die man is getrouwd met zijn werk, die neemt altijd vakantie!

dinsdag 7 juli 2009

Hedera Helix Live!


Canal Marginal steunt het intellectro-combo Hedera Helix: aanstaande vrijdag (gratis) te bewonderen in Laarne ('Forum Romanum' achter het gemeentehuis, Kerkwegel - Start: 20u45) en online te genieten via: http://hederahelix.broodmes.be/


maandag 6 juli 2009

back on track

Waarde fan,

Zoals u kan lezen, ben ik niet overleden. Ook mijn literaire endeldarm, Canal Marginal, is kerngezond en klaar voor activatie. Na een lange herbronning in de Oostakkerse grotten heb ik besloten de site nieuw leven in te blazen, zij het met enige aanpassingen.

Zo zal er geen vaste publicatiedag meer zijn. Er blijven weliswaar nieuwe items verschijnen, maar er wordt meer op maandbasis gewerkt. Geen onhaalbare deadlines of loze beloftes, maar één heldere afspraak: elke maand valt er iets te zien.

Zelfs in periodes die overschaduwd worden door komkommer en kwel. Om dit te garanderen zal ik de gaten opvullen met werk van derden. Ik heb namelijk de volledige rechten op de integrale Jan Langeman-catalogus gekocht... Voor de onverlaten die deze cultfiguur niet kennen: Langeman is de tweede meest toonaangevende poëet en visionair uit Zele (wat, toegegeven, geen prestatie is, maar toch...)


Tot slot wil ik dit blogitem opdragen aan Michael Jackson. Michael, wat men ook over je schrijft, hoezeer de bloemetjes op je graf worden besproeid met kinderpis, voor mij blijf je de enige, echte King of Marginality. Big up!


Liefs,

Filip

dinsdag 19 mei 2009

Herbronnen

Waarde lezer,

Zoals u mogelijk heeft opgemerkt, slabakt deze blog een beetje. Dit heeft een veelheid aan redenen, waarvan ik u het merendeel zal besparen. Aanvankelijk was het mijn bedoeling om een wereldwijd toegankelijk archief aan te leggen van alle teksten die ik in de loop der jaren heb geschreven. Helaas ontdekte ik al snel dat:

A. veel teksten gedateerd zijn vanwege indertijd brandend actueel
B. het niveau van sommige teksten heden niet meer te verdedigen is
C. veel teksten simpelweg te lang zijn voor zo'n blog
D. heel veel teksten simpelweg verdwenen zijn door het wisselen van pc's (en Amiga's) in combinatie met slecht backupbeheer.
E. er veel halve teksten tussen zitten, waar geen flikker mee aan te vangen valt

Neem daar nog bij dat ik heden een vrij bizarre periode doormaak, waarin deze blog zowat het laatste van mijn 'zorgen' is. Niet verkeerd te begrijpen: het komt er gewoon op neer dat ik even andere prioriteiten heb.

Met de nadruk op even. Omdat Canal Marginal nog altijd mijn kind is en ik mijn fans niet wil teleurstellen, ga ik even herbronnen. Ik stel voor dat we afspreken op maandag 6 juli. Ik neem wat tijd om na te denken, misschien heb ik tegen dan weer verse moed bij elkaar geschaard. Het zou kunnen dat ik het concept enigszins wijzig, dat ik iets meer autobiografisch ga werken... Zo zag ik gisteren in onze frigo worstjes van het merk 'Fülva' liggen, waarna ik spontaan de aandrang voelde om dit met de hele wereld te delen.

Met andere woorden: ik denk er eens flink over na. Ik weet dat het misschien een beetje flauw lijkt, maar it's better to burn out than to fade away. Afspraak op zes juli. Be there or be Albert.


Groet,

Filip

donderdag 7 mei 2009

Contact

Sinds ik gehuwd ben met mijn ware liefde (een struisvogel genaamd André) heb ik eindelijk gemoedsrust gevonden. Daardoor rest er nog maar één vraag die me écht in de ban houdt: hoe zou diarree er uitzien in het heelal? Niet echt een onderwerp voor een column, eerder iets voor een audiovisuele studie die niet zou misstaan in het SMAK of op een grensoverschrijdend congres voor interplanetaire toiletdames. Daarom zal ik straks overschakelen op een ander, scherper onderwerp, teneinde mijn fans niet te verjagen. Want die zijn er: André, mijn grootmoeders (alle vijf) en nog iemand die ik niet bij naam wens te noemen. Ik weet dat ze dit leest, dat ze elke letter uitknipt en inkadert, dat ze zich tot de volgende indringende publicatie zal afvragen hoe diarree er uitziet in het heelal. Om de zwaarte van dat denkwerk te verlichten zal ik meteen het antwoord geven: vies.

Maar laat ik vooral niet over haar uitwijden, voor ze denkt dat ik signalen geef, want knoop dit goed in je oren, snol: niemand komt tussen mij en André. We combineren visueel als knopen op kousen en het is amper legaal, maar dat deert ons niet... Zelfs de soepelste slangvrouw ter wereld is niet opgewassen tegen de mogelijkheden van een struisvogelnek. Blijf dus uit mijn buurt en zaag niet langer om die fanreis naar Oostakker. Dat oord representeert alles wat ik haat! Religie en commercie mixen niet. Toen Jezus aan dat kruis hing te bloeden, dacht hij heus niet: ‘Welkeen fotogenieke dood. Dit zou mooi hangen in de gemiddelde huiskamer.' Trouwens, ik haat één zevende van mijn fans, genoeg reden om thuis te blijven. Maar goed, ik mag me niet opwinden, dat is slecht voor mijn hart én mijn zaad en uiteindelijk kan je over alles doldraaien, als je het toelaat.

Ik zou bijvoorbeeld een boompje kunnen opzetten over de huidige cultuurclash, over het gebrek aan respect voor elkanders normen en waarden, over mensen die elkaar folteren en vermoorden, omdat ze nog niet gelouterd zijn door alles overstijgende en relativerende struisvogelseks. Over tienjarigen die pepsap en breezers zuipen en dan hun kloten aan een boom nieten omdat ze dat hebben gezien op tv. Over analfabeten die plots alle boeken van Dimitri Verhulst kopen, omdat ze ooit op een dood moment een boekenplank hebben getimmerd, waar ze geen blijf mee weten. Of zal ik nog even loos gaan over het narcistisch geteisem, dat zich laat opsluiten in een glazen kooi en garant staat voor subtiel bewegende lakens en spectaculaire ruzies over de afwas en rondslingerende kousen. Laat maar, waarom zou ik dat in Godsnaam doen, als je een toegewijde struisvogel hebt, die succulent aan je derde tepel knabbelt.

En als u me nu even wil excuseren. Mijn geliefde huilt. Smeekt om een gesprek.

Het leven is als een lied. Je hebt hoge en lage tonen. De stem uit de vorige alinea’s is verstomd. André heeft me net iets bekend: hij is ziek. Op zekere avond is hij binnen gedrongen in Park Peeters, waar hij contact heeft gehad met een andere vogel... Een parkiet genaamd Pascal. Dat die smeerlap een armtierige parkiet is, is één ding, maar dat hij Pascal heet gaat me werkelijk te ver. En dat hij mijn André met de Mexicaanse griep heeft besmet is al helemaal te gruwelijk, zelfs al heeft André op de hersencel van zijn moeder gezworen dat er geen seks mee gemoeid is. Hoe het dan wel gebeurd is weet ik niet. Morgen zal de dokter ons meer kunnen vertellen.

Maar soit, genoeg getreurd. Ik begraaf mijn pen en ga naar de hoeren. Of nee, ik heb een beter idee: een gratis idee! Heb ik daar geen fan zitten die hevig naar mijn goddelijke lichaam verlangt? Mmmm... Onze tot pompende vleesbrij versmeltende lichamen op een bedje van wildsla en radijzen... Als dat geen poëzie is weet ik het ook niet meer. Verdere fantasieën laat ik achterwege, omdat ik u ook niet te veel wil opwinden. Zelfs al zijn het slechts vage hersenspinseltjes van mijn alter ego dat geen fysieke (en ook geen mentale) gelijkenissen vertoont met mijn lekkere zelf. Met andere woorden: ik ben geen pervert die struisvogels binnendoet.

Nee, ik ben een eenvoudige jongen, die schapen scheert en hun wol omtovert tot een superknusse wintertrui. Al kan ik hun naaktheid ook wel smaken.

donderdag 30 april 2009

Final Thought

De hoeveelheid teksten op deze site is doorgaans een goede afspiegeling van mijn leven daarbuiten. Hoe minder leven op je scherm, hoe meer leven in mijn leven. En wat er leeft op het scherm is nep of op zijn minst verdraaid. Neem bijvoorbeeld dat verjaardagsfeest: dat was helemaal geen zielige bedoeling. Integendeel, het was een decadente orgie in de high society waar iedereen coke van kaalgeschoren dwergenhoofden snoof.

Doch laat ik plaats ruimen voor nieuws: aanstaande zondag (3 mei) wordt 'Wat met het hart wordt aangegaan' geprojecteerd op Kunst Met Peren, in JC Juvenes te Zele. Deze twee minuten durende kortfilm (waarvoor ik het 'scenario' schreef) maakt deel uit van het avondvullend programma, dat start om 20u.
Vrijdag is er tentoonstelling tussen 14 en 2 uur, zaterdag idem (met pauze tussen 18 en 19u30) en zondag van 10 tot 16 uur (met de show om 20 uur). Is dat een beetje overzichtelijk? Het doet er niet toe, zolang u maar weet dat de inkom gratis is en het jonge, creatieve Zeelse geweld zich vereerd zou voelen door uw bezoek. Want mensen die deze blog bezoeken, hebben nu eenmaal smaak. Om nog te zwijgen over hij die hem schrijft, zijnde:


Uw dienaar,

Filip

maandag 13 april 2009

Contactlenzen

Afgelopen vrijdag vierde ik mijn verjaardag in ‘De Vrolijke Vochtverstrekker’, mijn favoriete café. Omdat ik me niet op mijn eentje wou bezuipen, had ik mijn beste vrienden opgetrommeld: simme Frans en kromme Pol. Simme Frans ken ik al sinds de kleuterklas, toen het nog niet opviel dat hij ietwat kinderlijk is. Dat ontdekte ik pas in het zesde studiejaar, maar toen hadden we al een bepaalde band die ik niet meer wou doorbreken. Dat zou een teken van liefde kunnen zijn, al denk ik dat het eerder onverschilligheid is. We hebben een vreemde relatie: omdat een gesprek voeren quasi onmogelijk is, doen we activiteiten. Meestal gaan we een saté of een haring eten, maar je vindt ons ook in het park of bij de drankautomaat in het station. Kromme Pol heb ik dan weer ontmoet, toen ik hem onnodig wou helpen met het zoeken naar zijn contactlenzen. Die eerste herinnering vissen we altijd op als er een pijnlijke stilte valt. De rest van de tijd kraken we slechte films af, die we nooit hebben gezien.

Mijn vrienden zijn dus waardeloos. Maar ze hadden wel cadeautjes mee. Van Frans kreeg ik een doos met 450 penvullingen, omdat hij denkt dat ik een schrijver ben. Helaas ben ik gewoon een doorsnee lul met te veel tijd en een pc. Dat probeerde ik Frans ook duidelijk te maken, al zei ik het niet met zoveel woorden.
‘ Daarenboven heb ik geen pen,’ voegde ik er nog aan toe.
‘ Miljaar,’ vloekte hij van streek, ‘ Ik dacht er nog één bij te kopen, maar mijn geld was op.’
Pol drumde Frans opzij, met zijn gevulde handen plagend achter de rug. Hij kuchte voor stilte en sprak me plechtig toe: ‘ Weet je nog die keer… Dat je mijn contactlenzen wou helpen zoeken, toen we elkaar hebben ontmoet?’
‘ Ja natuurlijk,’ zei ik, ‘ We hebben het er net nog over gehad, na dat gelul over Epic Movie.’
‘ Ik weet het, maar het blijft een mooi verhaal,’ bloosde hij, ‘ Alleszins… Hier is het!’
Triomfantelijk stopte hij me een doosje in de handen. Ik nam het aarzelend aan, hopend dat het geen trouwring was. Want hij was homo, dat wist ik zeker nadat ik hem een keer had betrapt, terwijl hij mijn wc-borstel zat af te zuigen. Gelukkig was het iets anders. Het waren… Contactlenzen!
‘ Wat moet ik hier nou mee?’, vroeg ik verdwaasd.
‘ Het is een symbolische cadeau,’ zei hij, ‘ We hebben elkaar ontmoet door contactlenzen die er niet waren, maar onze diepe vriendschap heeft ervoor gezorgd dat ze uiteindelijk zichtbaar zijn geworden!’
‘ Dat is de belachelijkste symboliek sinds die ene film… Je weet wel, die met die vrouw met dat haar. Maar bon, sta me toe dit poëtische moment te vervolledigen.’
Ik nam de lenzen uit het doosje en slingerde ze weg.
‘ Ga ze maar zoeken,’ zei ik, ‘ En verwacht geen hulp, want ik ga pissen.’

Ik liep naar het toilet, toen mijn oog op een affiche aan het prikbord viel. Het was een opsporingsbericht. De gezochte was een achttienjarige jongen van één meter achtenzeventig. Hij was vijfenzeventig kilo zwaar en had een fout, bolvormig stekelkapsel dat hij zelf geweldig vond. De avond van zijn verdwijning droeg hij een T-shirt van The Prodigy, een gescheurde broek van de ‘D&A’ en een naïef ogend brilletje. Die jongen was… Ik. En ze zouden hem nooit meer vinden. Dus ging ik pissen. Het leven stroomde uit mij en in mij, de vloed verfriste mijn gedachten. Het geklater echode in de leegte. Ik piste op mijn broek om te voelen dat ik leefde, maar ik voelde enkel vocht verdrogen tot warme, klamme jeuk.
‘ Ik moet iets aanvangen met mijn leven,’ zei ik tegen mezelf, ‘ Dit moment is een kans, elk moment is een kans en ik heb achtentwintig jaar vergooid… Tijd voor actie!’

Ik rende opgewonden naar buiten en kwam in mijn blinde enthousiasme onder een auto terecht. Een denderend wiel deed mijn schedel kraken, waarop mijn hersenen uit mijn kop kwakten. Juichend sloegen ze op de vlucht en hoewel ik hen geen ongelijk kon geven, probeerde ik ze met mijn laatste motorische spasmen van de grond te schrapen en terug in mijn koker te proppen.
Druppelsgewijs kwam ik weer tot leven en herhaalde mijn laatste woorden: ' Tijd voor actie!'
Ik rende naar binnen en dronk mezelf moed in, maar verzandde onverwacht in een gesprek over contactlenzen en films, waardoor ik mezelf moest overtuigen dat het morgen zou gebeuren.
Dat gebeurde niet. Maar morgen gebeurt het wel.

dinsdag 7 april 2009

Geweigerde comedian slaat terug

Op 10 mei komt Gunter Lamoot naar Jeugdcentrum Juvenes in Zele. De lokale comedian Abello Scheurschuym (54) bood zich spontaan aan om het voorprogramma te verzorgen, maar tot zijn verbazing (en die van een fan) werd het in handen gegeven van Steven Goegebeur. Omdat Canal Marginal een democratisch platform is, gaven we hem de ruimte voor een weerwoord. Als we hem opbellen (terwijl hij net zijn goudvissen aan het natellen is), steekt hij spontaan van wal.

Scheurschuym: Weerwoord. Dat is weer een woord. Wat is het woord weer? Woordweer, een stortregen van woorden, recht uit mijn mond, de zaal overspoelend tot iedereen zo nat is als een poesje dat zes weken op het Zeelse fonteinhof heeft gezeten. Droog dus, zoals mijn humor, zonder kapsones of geluidseffecten.

CM: Heeft u enig idee waarom men u geweigerd heeft?

Scheurschuym: Ik vrees dat mijn grappen iets te scherp zijn, te controversieel. Laat ik het anders illustreren met een voorbeeldje… Het vermoordt kinderen en er staat water in. Kim De Kelder! Het vermoordt kinderen en het is groen. Nee? Kim De Selder. Hilarisch, maar hard. Ik ben de eerste comedian die grappen durft maken over het incident, ook al steekt het een beetje, maar laat ik vooral het mes niet verder in de wonde draaien. Haha!

CM: Het heeft niks te maken met het niveau van de grappen?

Scheurschuym: Natuurlijk niet. Moppen over ground zero of de beurskoers zitten er niet in. Nee, serieus, ik denk niet dat niveau een voorwaarde is om erkenning krijgen. Het werkt zelfs omgekeerd. Eerst moet je erkenning krijgen om de indruk van niveau te scheppen, want laten we duidelijk wezen: echt grappige humor bestaat niet. We denken dat het bestaat, we worden voorgeprogrammeerd door lachbanden en de status van pakweg Geert Hoste of nonkel Jos. Het is een vicieuze cirkel die ik niet kan doorbreken.

Om zijn punt te illustreren laat Scheurschuym een scheet op een exemplaar van ‘Mein Kampf’. Als we niet reageren, zegt hij: ‘ Bij iemand als Lamoot zou dit puur lachgas zijn.’ We besluiten ons wijselijk tot de fan te wenden: Wesley Vuylsteke (38). Als we hem maar om meer uitleg vragen, wordt hij enthousiast.

Vuylsteke: Den Abello?! Ja, die kan er wat van! Elke keer hij schiet, raakt hij steevast doel. Soms in het hart, soms in de ballen, maar altijd raak. Hij is een genie! De beste schutter die ik ken, al sinds we samen naar de kermis gingen en nu al jaren mijn beste kompaan in de paintballclub.

CM: Euh, het ging eigenlijk over zijn komische talent...

Vuylsteke: Oh ja, je kan een potje met hem lachen. Zoals die keer toen hij met zijn blaffer een bakkerij binnenstapte en zei dat hij rozijnen in de boterkoeken kwam schieten. Helaas begrepen ze hem niet en stopten ze hem in de bak. Sindsdien is hij wat stiller, ja, maar voorts nog altijd de max en een crème van een behanger, ook. Niet te onderschatten!

Gunter Lamoot en Steven Goegebeur treden op 10 mei op in JC Juvenes (Kloosterstraat 31, Zele). De deuren gaan open om 19u, het optreden start om 20u30. Kaarten in voorverkoop kosten 7 euro. Aan de kassa betaalt u 10 euro (leden) of 9 euro (niet-leden)

zondag 29 maart 2009

Final Thought

Deze keer geen geëmmer, gemekker of gekoos. Geen al te evidente opinies over Franse revisionisten, pausachtige seksfreaks of verkeersprofeten die tegen 174 per uur hun idealen voorbij snellen.

Enkel de feiten: volgende maand o.a. een interview met een ondergewaardeerd standupgenie uit Zele (mekka der ondergewaardeerden) en het relaas van mijn nakende verjaardagsfeest (nu reeds hoera). Tot dan!

zondag 22 maart 2009

Perte Totale

Mongolen in een auto, ze zijn alomtegenwoordig. Ze sterken mijn theorie rond selectieve intelligentie, het feit dat sommigen het verschil tussen links en rechts niet kennen, maar wel in staat zijn belastingen te ontduiken en een rijbewijs te halen.
‘ Dat moet ik ook kunnen,’ besloot ik op zekere ochtend, waarop ik meteen een handvol cheques scoorde om een rijopleiding te starten. Ik had zin om me in de realiteit te storten, die ik lange tijd had gezien als een kolkende moshpit. Maar eens achter het stuur, aan de rand van het industriepark, met mijn brommende begeleider naast mij, zonk de moed me in de schoenen en sloop een stuip in mijn voet, waardoor de wagen een doodsreutel slaakte, nog voor hij tot leven kwam.
‘ Noem je dat de koppeling loslaten?’, riep Torino, want zo heet de man.
Ondanks mijn legendarische woordenschat, wist ik niet wat hij bedoelde, dus besloot ik me in mijn ondergeschikte rol te wentelen.
‘ Eerst loslaten, dan gas geven!’, herhaalde hij voor de honderdste keer, maar het klonk even abstract als de evocatie van een scheet in gebarentaal. Ik dacht aan alle malloten die me in de loop der jaren waren voorbijgesneld en besloot dat niet te veel nadenken misschien de beste manier was om iets praktisch te verrichten. Dus liet ik rustig mijn ene voet omhoog komen, drukte met de andere het gaspedaal in en reed vlotjes achteruit.
‘ Vooruit,’ schreeuwde Torino, ‘ Vooruit!’
Geschrokken keek ik door de voorruit, waardoor ik niet zag dat er een extreem schattig konijntje achter de wagen liep, dat ik herleidde tot een dampende puree. Ik wist dat het een voorteken was, maar zette toch door, ondanks Torino die ettelijke malen dreigde met zijn ontslag. Ik gaf niet op en bleef rijden tot ik in mijn eentje de baan op kon, sportief leunend door het venstertje, mijn hoofd ritmisch dreunend op de beat, exact zoals ik altijd had geoefend op mijn bureaustoel, ook als was het onmogelijk om Grand Theft Auto uit te spelen met één hand. Zo reed ik van Zele tot Baasrode, terwijl ik eigenlijk op de Heikant moest zijn.

Dus besloot ik een GAL 2001 te kopen, ook wel bekend als Goed & Andig Landschapsnavigatiesysteem Tweeduizend en één. Een innovatief product met meer dan vijfentwintig (dus zesentwintig) verschillende stemgeluiden, waaronder dat van Darth Vader, Didier Reynders en Mimi Smit. Na enige probeersels besloot ik het bij Wim De Vilder te houden, zowat de enige beroemdheid die me te vertrouwen leek… Tot hij me op zekere dag naar een eilandje temidden van het Donkmeer wou gidsen. Gelukkig kon ik remmen voor ik de plas in dook.
‘ Wat spook je uit!’, riep ik.
‘ Het hoofdpunt van vandaag is Laarne,’ zei Wim onverstoorbaar, ‘ Eerder kreeg u al de Markt, het Heilig Hartplein, de Avil Geerincklaan, de Poststraat, de Langemuntstraat, de Driesstraat, Wezepoel, de Gentse Steenweg en…’
‘ Dat is geen antwoord op mijn vraag!’, schreeuwde ik.
‘ Onze excuses voor deze technische storing,’ sprak Wim geroutineerd, waarna hij me weer rimpelloos de baan op gidste. Hoewel ik het zaakje niet vertrouwde, nam ik terug mijn houding aan: arm door het raam en kop op de beat, speurend naar grieten waar ik indruk op kon maken, ook al ben ik iets te oud om te kunnen pronken met het feit dat ik kan rijden. Relaxed zweefde ik over het wegdek, toen er een schreeuwerige stem weerklonk: ‘ Welk straatnaam kan jij vormen met Straat!? We zoeken vijf letters! Vijf doodeenvoudige letters uit een alfabet van zesentwintig! Dat kan iedereen, zelfs het kleinste kind … Wat niet betekent dat minderjarigen mogen meedoen, te weten: deelnemen mag, maar winnen niet! Komaan, jij kunt het! Jij weet het! Ja, jij daar! Jij bent de enige die op dit uur op deze dag in deze auto zit!’
In paniek drukte ik op de knoppen, wanhoopskreten richtend tot Wim, maar het toestel bleef het geratel van Gino braken, als je die hyperactieve hansworst kent.
‘ Ik ga dood!’, riep ik.
‘ Wooooow! Sjuper! Gewééééééldig!’
Eddy?! Ik gilde iets terug en wierp mijn blik in de rondte, toen ik een rode mini achter me zag. Op zich geen noemenswaardig feit, ware het niet dat deze bevolkt was door vijf bloedgeile communistes. Hun verschijning bracht me helemaal van streek. Mijn reputatie stond op het spel en wie me een beetje kent, weet dat die heilig voor me is. Ik mocht en zou niet stoppen! Meer nog: ik moest een tandje bijsteken, want aan dit tempo leek ik hoogbejaard.
‘ Ama ho, wat doe je nu zehg!’, riep Piet Huysentruyt plots, ‘ Filipke, Filipke, Filipke toch! We gaan nog eens de puntjes herhalen… Eén!’
Ik gaf geen antwoord en deed wat een mens hoort te doen met kapotte toestellen: er op kloppen tot er iets verandert. Herstel je het niet, dan sla je het perte total, maar alles is beter dan het defect laten zijn. Helaas bleef Piet gespannen wachten op een antwoord en kreeg ik het ding niet kapot.
‘ Stomme kwaliteitsproducten!’, vloekte ik, veel te snel door een bocht razend.
‘ Waar zijn die handjes!’, riep Regi.
‘ Er is zo precies een heel klein beetje een plobreem,’ gromde een hond.
‘ Ik ben Phaedra Hoste,’ zei Phaedra Hoste.

Ik bleef wanhopig op het ding rammen, maar de stortvloed aan BV’s was niet te stoppen. Verward door de overdaad begon ik te stuiptrekken. De wagen schokte over het wegdek, rammelde en gierde. De communistes wezen lachend in mijn richting, dus besloot ik te stoppen. Met mijn laatste gevoel voor waardigheid probeerde ik het voertuig te parkeren, wat min of meer lukte op een iets te hoog trottoir. De rode wagen vertraagde, vijf nieuwsgierige hoofden keken me aan. Snel hing ik mijn arm door de ruit, terwijl ik mijn hoofd liet veren op de beat. Meewarige blikken gleden voorbij en verdwenen in de verte. Verslagen zakte ik weg in de zetel en klikte de radio uit. De GAL stopte simultaan.
Toen keerde de stem van Wim terug: ‘ Onze excuses voor de technische storing. Laten we terug overgaan tot de orde van de dag.’
Ik slikte een krop door. Ik wou hem vertrouwen, wou hem absoluut niet loslaten, maar hij had me verraden en teleurgesteld. En hoewel ik dat best kon vergeven, zou ik het nooit kunnen vergeten, dus moest ik hem laten gaan. Met pijn in het hart. Ik trok het toestel uit het dashboard en gooide het aan diggelen op de stoep.
‘ Ik red het wel zonder je,’ zei ik tegen het puin.
Ik liet de koppeling los, drukte het gaspedaal in en schoot op de weg, die zich voor me uitstrekte als de donkere muil van een betongrijze draak.

zondag 15 maart 2009

Ode aan Bobbejaan

Bobbejaan S., jodelheld en wild west-icoon, had vaak last van nostalgie. Dit deelde hij met het plebs in de vorm van kleverige, doch respectabele songs. Respectabel omdat Bobbejaan, Bobbejaan is. Hij is de stem van een generatie... Wenen, Oostenrijk, Scherpenheuvel,... Wereldwijd liet hij zijn invloed gelden. Er is zelfs een land naar hem genoemd.
Maar toch: als Bobbejaan weer loos ging op het klokje van grootmoeder of de Leuvense stoof van zijn nonkel Désiree, was het dekking geblazen. Ontroerend voor wie er bij was, maar eerder oubollig voor zij die geboren zijn met de wekkerradio, centrale verwarming en Pacman. Ok, Pacman heeft er niks mee te maken, maar hij is wel cool. En geel.

Enige tijd terug haalden enkele jonge, hippe honden Bobbejaan van stal. Ze stopten hem in nieuwe boots, deden een Cashke, zwartwitte karakterkop op de hoes incluis. Uitgepuurde songs, naakte tristesse, gedragen door een doorleefde stem, bijna naar adem happend, zoals de luisteraar zelf. Rijkelijk laat, maar beter dan nooit: 'Bobbejaan'. Een tearjerker van formaat.Een krachtig eerbetoon aan de grootste held uit mijn kindertijd. Hulk Hogan en B.A. even terzijde gelaten, al is diens zangtalent ook niet te onderschatten. Getuige deze clip, want een mens mag ook eens lachen, nietwaar.

zondag 8 maart 2009

Literatuur

Canal Marginal is meer dan halfgare nonsens. Af en toe wordt er ook een poging tot serieuze literatuur ondernomen. Vandaag wordt het onderwerp ‘citroenen’ behandeld. De symboliek van dit thema zal de gemiddelde intellectueel allicht niet ontgaan, hoewel ‘t evengoed tomaten zouden kunnen zijn. Of een waterbed.

Citroenen

Fernandel Ketelbeer bevond zich ter hoogte van de openingszin, toen een onverwachte bijzin de druk op zijn schouders verhoogde. Hij spoedde zich naar de tweede zin&om vervolgens te struikelen over een wel heel bizar leesteken. Doch door niks werd hij geenszins onderbroken om zijn snode plannen ten uitvoer te brengen, afgezien van ginder en daar een paar losgeslagen woorden: verbalde spasmen als een metafoor zonder endeldarm. Nee, Fernandel zou die citroenen bemachtigen, no matter what, zelfs als hij alle taalgidsextremisten op zijn futhermocking motherfucker kreeg.

Hij rende de straat op, richting supermarkt, toen zijn weg versperd werd door de zijn ergste vijand: de almachtige alliteratie. De spanning steeg ten top, wat duidelijk te merken was aan enkele uitroeptekens, die sensationeel doch betekenisloos voorbijraasden:
! ! ! !! !!! !!!! !!!!!! !!!!!!!!!!
Onze held werd echter niet gehinderd door dit spervuur noch door het onwaarschijnlijk overweldigende obstakel op zich. Bijgevolg bereikte hij, kleerscheurloos en niet al te afgeleid door het vreemde woord dat zijn toestand moest omschrijven, zijn doel: de citroenen.

Doch toen hij deze daadwerkelijk ter hand nam, stierf hij aan een fatale twijfelaanval, toen een verwarrend gezegde hem langs achteren besloop: ‘je kan geen appelen met citroenen vergelijken’

“AAAAAAAAAAAAAARGHLLLLL*L*L*L*lll**ll***l****reutel****schzwschzs…. $^p;sd,gn^$$*.”

Toen hij uiteindelijk dood was raapten het misvormde vormexperiment en bijhorende vage woordspeling hem op. Ze stopten hem in een put, zo diep:

P
U
T
P
U
T
P
U
T
P

Zo diep dus.

Dieper dan die put wordt het niet.


EINDE
(van een baard die niet de jouwe is)

zondag 1 maart 2009

Final Thought

Februari was een zeer hectische maand. Uw held trok naar Berlijn om er een paar wonderlijke impressies op te slaan, zowel mentaal als machinaal. Helaas werd zijn fototoestel in Brussel-Noord ontvreemd door een vingervlugge snoodaard. Deze daad ontlokte hem ijzingwekkende kreten, zoals daar zijn: ‘ Aarsbaard!’, ‘ Reetpeer!’ en ‘Holmos!’ Dit teneinde al de voor de hand liggende uitroepen, zoals ‘Godvermiljaardedjuudenondzijnkluuten’ te vermijden. ’t Is niet omdat een Gouden Uil heel veraf is, dat je hem regelrecht moet fistfucken. Ook in het dagelijkse leven. Schrijver ben je vierentwintig uur op vierentwintig, ook al is de functieomschrijving eerder vaag.

Maar soit, deze ongelukkige samenloop der omstandigheden (plus nog enkele extra’s, zoals het langer dan verwacht koken van enkele eieren en levensnoodzakelijke assistentie bij de tergend trage geboorte van zeven babymuggen) had tot gevolg dat februari een zeer povere maand werd met niet meer dan twee bijdrages. Schandalig, dus!

Deze maand beter.
Tenzij er iets tussenkomt, natuurlijk.

zaterdag 21 februari 2009

Zeelse nerd boos op VTM

Zelenaar Bert Krul (23), in de wereld van Warcraft ook gekend als Killerlord1327, studeert Biochemie aan de VHSO (Virtuele Hogeschool voor Sociaal Onkundigen). Toen hij een zoekertje aantrof voor het VTM-programma ‘Beauty & De Nerd’, besloot hij zijn kluizenaarschap in te ruilen voor het BV-dom. Helaas werden zijn dromen al snel verpulverd door de diabolische productieploeg.

CM: ‘Beauty & De Nerd’… Dat lijkt je op het lijf geschreven, Steve Urkel kan een puntje aan je zuigen!

Krul: Vroeger zou ik beledigd zijn door een dergelijke opmerking, maar nu kan ik je enkel bedanken. Nerd is niet langer een scheldwoord, maar een prestigieuze titel die je met trots moet dragen. Dankzij het programma krijgen we eindelijk de waardering, die we verdienen. Het is niet omdat 87% van mijn vriendenkring uit pixels bestaat en ik halsstarrig blijf geloven dat liefde een louter chemisch proces is waardoor ik elk interseksueel contact ga rationaliseren, met emotionele blokkering en bijhorende maagdelijkheid tot gevolg, dat ik daarom een loser ben. Nee, ‘nerd’ blijkt plots een synoniem te zijn voor slimme persoon, omringd door domme wijven met enorm rijzige uitvloeisels van de nekgolf. Om die stelling te helpen bewijzen, wou ik ook meedoen aan de show.

CM: Maar er kwam iets tussen?

Krul: Dat is het minste wat je kan zeggen! Zoals je kan zien, voldoe ik aan alle voorwaarden. Witte, opzichtige kousen van een merk dat al tien jaar failliet is. Een veel te korte jeansbroek van mijn veel oudere broer, die ze op zijn beurt van mijn vader had gekregen, enzovoort. Een hemd met een motief dat er lijkt opgekladderd door een blinde mondschilder met parkinson. Een veel te grote gsm met een antenne, die opzichtig aan mijn broeksriem hangt, zodat iedereen kan zien dat ik iemand ken die me elk moment kan opbellen. En uiteraard een smoel die elke pasfotograaf met een tikkeltje beroepseer een beroerte bezorgt.
En dat zijn dan nog maar de uiterlijke kenmerken, he!! Ik speel tot acht uur per dag role playing games op internet! Ik heb drie blogsites die over niks in het bijzonder gaan en al evenmin bezocht worden. En ik bekijk om het half jaar alle afleveringen van ‘Star Trek’, ‘Battlestar Gallactica’ en ‘De Kat’. Daarenboven spreek ik naast zeven erkende talen, ook Klingon, Orks, Elfs, Bollox en Esperanto. Ik heb alle zeven de collector’s edities van ‘The Lord of The Rings’, terwijl ik mezelf niet eens een uitzonderlijke fan zou noemen. Mijn moeder is mijn beste vriendin en op zaterdagavond ga ik een kaartje leggen bij de buurman, die vijfennegentig is en aan artrose in de vingers lijdt, waardoor hij steevast verliest. Wat ook de belangrijkste reden is waarom ik met hem speel.

CM: We hadden het eigenlijk over wat er precies tussen kwam.

Krul: Sorry, als ik sociaal contact heb, wil ik er altijd alles tegelijk uitgooien: mijn hele persoon, mijn hele leven! Dan probeer ik de mensen op vijf minuten van mezelf te overtuigen! Maar goed, we werden dus uitgenodigd voor een eerste auditie, wat eerlijk gezegd een vreselijke uitdaging was. Eerst en vooral moest ik er voor zorgen dat mijn afwezigheid op internet overal aangekondigd werd, wat een serieuze opgave was, gezien ik bij zevenenzestig verschillende fora en communities aangesloten ben. Daarna moest ik me wassen, naar buiten gaan, de spottende blik van mijn zevenjarig buurmeisje trotseren, in de auto zitten, in het VTM-gebouw raken en de vrouw van de helpdesk aanspreken!! Gelukkig bleek het een man te zijn, dus viel ik net niet van mijn stokje.
Nu, ik weet niet of je al in dat gebouw geweest bent, maar dat is dus echt gigantisch, he. En overal mooie vrouwen en homoseksuelen! Uiterst verwarrend! Ik was zodanig onder de indruk, dat ik op een gegeven moment mijn moeder kwijt was. Vreemd, gezien ik de hele tijd haar hand had vast gehouden. Ik zwierf door de gangen, toen ik uiteindelijk op een serieuze kont stootte… Ze behoorde toe aan een vrouw die om onduidelijke redenen voorovergebogen stond. Ik dacht bij mezelf: ‘Dit is showbizz! Je stapt hier gewoon binnen en je kan meteen copuleren', wat gezien het overdadige zaaddebiet in mijn ballen zeer aanlokkelijk leek. U weet allicht dat ik belachelijk verlegen en onzeker ben, maar het programma had toen al een positieve invloed op mij...
Dus trok ik die vrouw haar broek af en zocht in mijn Biologische Handbijbel op wat ik vervolgens moest doen. Helaas eindigde daar mijn avontuur. De vrouw bleek geen groupie, maar een kuisvrouw te zijn! Dan nog één met een glazen oog en een pijp in haar smoel! En ik alsmaar denken dat al die medewerkers van VTM perfect waren! Voor minder dan Jessica Alba kom ik niet uit mijn kot… Dat ben ik verplicht aan mijn gemediatiseerde wereldbeeld.
Maar soit, ik werd dus op straat gezet! Wat ik vreemd vind, gezien ik net had bewezen het soort rukker te zijn dat ze nodig hebben. Maar ik wil er ook niet te veel over zagen. Het programma heeft zoveel betekend voor ons imago, dat ik ondertussen zelfs al eens gezoend heb. Het was wel via msn, maar toch… Het is een begin!